Planningsdata
2.5 Verbrandingsluchttoevoer
Principiële aanwijzingen
Controleer altijd of er voldoende luchttoevoer is voor de verbranding!
De verbrandingslucht moet indien mogelijk altijd via een eigen leiding rechtstreeks uit de buitenlucht naar
de kachel stromen.
Afhankelijk van hoe dicht het gebouw is, kan er mogelijkerwijs voldoende verbrandingslucht de opstellings-
ruimte instromen. Precies in nieuwbouw of in gerenoveerde gebouwen is het in dat opzicht dringend
aangeraden om een verbrandingsluchtleiding te voorzien.
Let erop dat bij het installeren van de verluchtingskanalen voor sanitaire ruimtes in een gebouw of woning
de verbrandingslucht voor kachels of haarden in de regel niet in beschouwing wordt genomen.
De gemeenschappelijke werking van verluchtingsinstallaties en kachels is daarom niet toegestaan zonder
overeenkomstige geschikte maatregelen, zie daarvoor absoluut ook "1. Veiligheidsvoorschriften" op
pagina 3.
Luchtafzuigingsinstallaties kunnen de toevoer van lucht naar de kachel verstoren!
Volgens de verwarmingsverordening zijn er extra veiligheidsinrichtingen voorzien. Voor de bewaking raden
we als bouwkundig toegelaten veiligheidsinrichting de LEDA-onderdrukregelaar LUC aan.
Verbrandingsluchttoevoer via rechtstreekse leiding van buiten
De leiding wordt rechtstreeks op de kachel aangesloten. De leiding kan langs onder (in de bekleding van de
kachel) of langs achter (door de overeenkomstige uitsparing aan de achterkant) worden doorgevoerd.
De COLONA trekt alle verbrandingslucht uitsluitend aan via de verbrandingsluchtaansluiting onder de
bodem van de vuurkamer – in de kachelbekleding.
16