Veiligheidsvoorschriften
1.3 Gevaar door niet-gesloten vuurdeur
De vuurdeur moet tijdens het stoken gesloten zijn!
Tijdens het stoken moet de vuurdeur gesloten blijven om te voorkomen dat er onnodig veel of zelfs
gevaarlijk veel stookgas vrijkomt.
Door het sterke ontgassingsproces van brandhout en door een zwakke schoorsteentrek kan er bij het
openen van de vuurdeur rook en stookgas uit de kachel komen. Daarom raden we ten stelligste aan om de
vuurdeur in principe niet te openen voordat de brandstof is afgebrand tot een gloed.
1.4 Gevaren door onvoldoende verbrandingslucht
De kachel moet altijd voldoende verbrandingslucht toegevoerd krijgen!
Indien de kachel lucht uit de woonkamer of het gebouw trekt voor de verbranding, moet er altijd voldoende
luchtinstroom in deze ruimtes zijn. Verluchtingsinstallaties of andere kachels mogen de luchttoevoer daarbij
niet verstoren of beperken.
Tijdens het stoken mag de voorziene verbrandingsluchtopening niet gesloten, gesmoord, vernauwd,
afgedekt of dichtgemaakt worden.
6