GEBRUIKERSHANDLEIDING CONVAID
• Gebruik de wandelwagen uitsluitend als de banden goed op druk zijn (voor 36 psi/achter
30 psi, 248 kPa/200 kPa, 2,5 bar/2,0 bar). Pomp de banden niet te hard op. Als
deze instructies niet worden opgevolgd, bestaat de kans dat de band klapt en schade
veroorzaakt. De bandenmaat en maximale druk staat op het wiel vermeld.
• Controleer altijd of de snelkoppelingsassen vergrendeld zijn, zodat de achterwielen niet
los kunnen schieten. U hoort een klik als de wielen vast zitten.
• Wees u ervan bewust dat er nieuwe scherpe randen kunnen zijn ontstaan.
• Inspecteer de frameafstellingen en de positioneringsaccessoires regelmatig.
• Besteed ook aandacht aan kleine probleempjes en houd de wandelwagen in een goede
conditie.
• Inspecteer de wielvergrendelingen (remmen) regelmatig en stel ze indien nodig bij.
• De Rodeo kan zijn vlambestendige eigenschappen verliezen bij gebruik van zittingen
of kussens van een andere fabrikant.
• Gebruik de wandelwagen niet meer als de inzittende er te groot voor geworden is.
WAARSCHUWING: Voor de veiligheid van de inzittende tijdens het gebruik moet u de
volgende regels in acht nemen:
• De wandelwagen is uitsluitend bedoeld om één inzittende tegelijk te vervoeren.
Vervoer nooit meerdere personen tegelijkertijd.
• Het gewicht waarmee de Rodeo-wandelwagen wordt belast, mag nooit hoger zijn dat
het totale draagvermogen, bestaande uit het maximaal toegestane gewicht van de
inzittende plus eventueel meegevoerde artikelen).
• Maak eerst de riem van de inzittende vast voordat u andere afstellingen voorneemt.
• De veiligheidsgordel moet altijd worden gebruikt.
• Zet de inzittende niet te strak vast. De gordels mogen de ademhaling of bloedsomloop niet
belemmeren.
• Laat de inzittende nooit zonder toezicht achter in de wandelwagen, ook niet als hij/zij
goed is vastgezet en de wielen zijn vergrendeld.
• Activeer altijd de wielvergrendeling voordat u de wandelwagen loslaat. Haal de inzittende
nooit uit de wandelwagen of zet hem/haar er nooit in als de wielen niet vergrendeld zijn.
• Gebruik de voetplaten van de wandelwagen niet als steun bij het in- en uitstappen.
• Wees altijd alert op obstakels en vermijd die zoveel mogelijk.
• Moet u een stoep of opstapje op, rijd de wandelwagen dan naar voren en kantel hem
naar achteren om de voorwielen op de stoep te zetten. Beweeg naar voren en til de
achterwielen de stoep op.
4