LET OP: Steilere hoeken van de heupgordel, gezien vanaf de zijkant, zijn met name belangrijk als de
heupgordel niet alleen bedoeld is als veiligheidsvoorziening bij een frontale botsing, maar ook dient om
de lichaamshouding te ondersteunen. Bij een steilere hoek zal er minder snel een verticaal gat ontstaan
tussen de gebruiker en de gordel door verschuiven van inzetkussens en gordelbewegingen, waardoor de
kans kleiner is dat de gebruiker onder de gordel kan uitschuiven, of dat de gordel tijdens normaal gebruik
over de zachte buik opkruipt.
LET OP: Bij een steilere gordelhoek is de kans ook kleiner dat schoudergordels als gevolg van
schokbelastingen tijdens een frontale botsing de heupgordel over de buik omhoogtrekken.
Zorg ervoor dat de schoudergordel over de romp en het midden
van een schouder loopt en dat de veiligheidsgordels niet van het
lichaam worden afgehouden door componenten of onderdelen
zoals armsteunen of poten van de wandelwagen. (Zie afb. 162)
Voer de heupgordel onder de framebuizen direct onder de
ellenbogen van de gebruiker door en trek de gordel goed aan
tegen het bekken. Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is,
omdat dit de veiligheid in gevaar kan brengen. De Rodeo kan
het beste worden vervoerd terwijl de wandelwagen relatief
rechtop is gezet. Als de wandelwagen om medische redenen
echter moet worden gekanteld, mag de hoek van de rugleuning
ten opzichte van de verticale stand niet meer dan 30° zijn. Als
het noodzakelijk is om de rugleuning meer dan 30° schuin te
zetten, dan moet het verankeringspunt voor de schoudergordel
op de voertuigwand naar achteren worden verschoven, zodat de
schoudergordel contact blijft houden met de schouder en romp
van de gebruiker.
Gebruik van gordels en steunen
Positioneringsaccessoires zoals bekkenpositioneringsgordels, anterieure zijsteunen en derotatie-
borstbanden kunnen tijdens transport worden gebruikt, maar zijn niet geschikt als veiligheidssysteem
bij een botsing.
Positioneringssteunen en -gordels zijn dan ook niet geschikt als veiligheidsgordel tijdens een botsing
en moeten daarom altijd worden gebruikt in combinatie met heup- en schoudergordels die zijn bedoeld
als veiligheidsvoorziening in een motorvoertuig en die zijn onderworpen aan een botsproef volgens
SAE J2249/WC-4, ANSI/RESNA WC19 en/of ISO 10542-1.
GEBRUIKERSHANDLEIDING CONVAID
VEILIGHEIDSGORDELS
MOGEN NIET VAN HET
LICHAAM WORDEN
AFGEHOUDEN DOOR
COMPONENTEN VAN
DE WANDELWAGEN
Afb. 162
49