4.
BEDIENING EN GEBRUIK
De display en/of de ingestelde waarde is niet het product of toestel temperatuur.
4.1
Koude toestellen
Koude apparaten zijn in de fabriek geprogrammeerd om een producttemperatuur
van ≤5 ºC (41 ºF) te behouden bij een omgeving van 25 ºC (77 ºF) met een relatieve
vochtigheid van 60% bij max. luchtstroming van 0,2 m / s (0,66 ft / sec). Dit komt
overeen met een 3M1-classificatie volgens ISO 23953:2015.
Deze set temperatuur is instelbaar tussen -6 ºC en +0 ºC (21.2 ºF en 32 ºF).
Temperatuur regelaar
1
Display
2
Omhoog (
) en Omlaag (
3
Escape/Stand-by-knop (inschakelen)*
4
Enter knop
* In- / uitschakelen: ca. 3 sec ingedrukt houden.
Inschakelen
•
Schakel de koeling in door middel van de temperatuurregelaar.
•
Laat het apparaat ca. 30 minuten koelen.
Beladen
•
Plaats alleen producten waarvan de temperatuur maximaal 4 ºC (39.2 ºF) bedraagt.
•
De maximale laadhoogte is 50 mm (2 inch) onder de onderkant van de plank / luchtgeleider
erboven.
•
Het maximaal laadvermogen per plateau bedraagt 30 kg (66 lbs), bij gelijkmatige belading.
Belaad de koude unit alleen met voor gekoelde producten. De koude unit handhaaft
alleen de producttemperatuur.
Controleer de temperatuur
•
Tijdens gebruik wordt op het display van de thermostaat de temperatuur in het apparaat
weergegeven. Deze mag maximaal 5 ºC (41 ºF) bedragen.
•
Als de koelunit is ingeschakeld brandt het indicatielampje
) knop
23/48
MCC
.