A
(m
)
2
min
550
540
530
520
510
500
490
480
470
460
450
440
430
420
410
400
390
380
370
360
350
340
330
320
310
300
290
280
270
260
250
240
230
220
210
200
190
180
170
160
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1
1.4
1.8
2.2
2.6
3
3.4
3.8
1.2
1.6
2
2.4
2.8
3.2
3.6
Ceiling-mounted
Wall-mounted
unit
unit
(a)
m (kg)
A
(m
)
m (kg)
2
min
<1.224
—
<1.224
1.225
0.956
1.225
1.4
1.25
1.4
1.6
1.63
1.6
1.8
2.07
1.8
2.0
2.0
2.55
2.2
2.2
3.09
2.4
2.4
3.68
2.6
2.6
4.31
2.8
2.8
5.00
3.0
3.0
5.74
3.2
3.2
6.54
3.4
3.4
7.38
3.6
3.6
8.27
3.8
3.8
9.22
4.0
4.0
10.2
4.2
4.2
11.3
4.4
4.4
12.4
4.6
13.5
4.6
4.8
14.7
4.8
5.0
16.0
5.0
5.2
17.3
5.2
5.4
18.6
5.4
5.6
20.0
5.6
5.8
21.5
5.8
6.0
23.0
6.0
6.2
24.5
6.2
6.4
26.1
6.4
6.6
27.8
6.6
6.8
29.5
6.8
7.0
31.3
7.0
7.2
33.1
7.2
7.4
34.9
7.4
7.6
7.6
36.9
7.8
7.8
38.8
7.956
7.956
40.8
m
Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
RXF50~71(A)(B)2V1B + RXP50~71L2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-5A – 2018.01
4.2
4.6
5
5.4
5.8
6.2
6.6
7
7.4
4
4.4
4.8
5.2
5.6
6
6.4
6.8
7.2
7.6
m (kg)
Floor-standing
unit
(b)
(c)
A
(m
)
m (kg)
A
2
min
min
—
<1.224
—
1.43
1.225
12.9
1.87
1.4
16.8
2.44
1.6
22.0
3.09
1.8
27.8
3.81
2.0
34.3
4.61
2.2
41.5
5.49
2.4
49.4
6.44
2.6
58.0
7.47
2.8
67.3
8.58
3.0
77.2
9.76
3.2
87.9
11.0
3.4
99.2
12.4
3.6
111
13.8
3.8
124
15.3
4.0
137
16.8
4.2
151
18.5
4.4
166
20.2
4.6
182
22.0
4.8
198
23.8
5.0
215
25.8
5.2
232
27.8
5.4
250
29.9
5.6
269
32.1
5.8
289
34.3
6.0
309
36.6
6.2
330
39.1
6.4
351
41.5
6.6
374
44.1
6.8
397
46.7
7.0
420
49.4
7.2
445
52.2
7.4
470
55.1
7.6
496
58.0
7.8
522
61.0
7.956
549
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
A
Minimum vloeroppervlakte
min
(a)
Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage)
(b)
Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)
(c)
Floor-standing unit (= Vloerunit)
1.2.3
Koelmiddel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de
installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de
installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen
voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt
EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET
worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk
hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het
naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou
lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas
lekt. Mogelijke risico's:
▪ Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten
ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
▪ Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas
7.8
ontstaan.
7.956
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
(m
)
2
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de
buitenunit
Zelfontbranding en explosie van de compressor door
lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks
vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de
installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen
heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit
te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om
te voorkomen dat de compressor defect geraakt.
▪ Wanneer
geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld
zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit.
Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat
er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is
uitgevoerd.
kan
sturen.
Mogelijk
het
koelmiddelsysteem
moet
Uitgebreide handleiding voor de installateur
gevolg:
worden
5