Vermijden van schade van het
Omgang met meetresultaten
6 •
OPGELET!
apparaat
Schade van het apparaat
►
Let erop dat er nooit vloeistof in het inwendige van het apparaat
binnendringt. Hierdoor kan de elektronica beschadigd raken.
Schakel het apparaat uit voordat u de netadapter uit het
►
stopcontact trekt.
►
Voor apparaten met werking op het stroomnet: Wanneer u het
apparaat langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het
stopcontact. Alleen dan is het apparaat stroomloos.
Voor apparaten met werking op batterijen of accu's: Wanneer het
►
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterijen
of accu's. Alleen dan is het apparaat stroomloos.
Laat het apparaat niet vallen.
►
Stel het apparaat niet bloot aan heftige schokken of vibraties.
►
►
Voer in regelmatige intervallen een functiecontrole uit zoals
beschreven in de desbetreffende paragraaf van dit document.
Gebruik het apparaat niet wanneer het niet correct functioneert of
beschadigd is.
►
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht en let erop dat er
geen verwarmingsbron in de directe nabijheid is. Te hoge
temperaturen zouden de elektronica kunnen beschadigen.
Vermijd snelle temperatuurschommelingen. Wanneer het apparaat
►
zodanig wordt getransporteerd dat er een temperatuurverschil van
meer dan 20 °C optreedt, moet het apparaat minstens 2 uur rusten
voordat het wordt ingeschakeld. Anders wordt er condenswater
gevormd dat de elektronica kan beschadigen.
Gebruik het apparaat uitsluitend onder de reglementaire
►
omgevingsvoorwaarden.
►
Bewaar het apparaat uitsluitend onder de reglementaire
opslagvoorwaarden.
Gebruik uitsluitend chloor- en alcoholvrije desinfectiemiddelen die
►
expliciet geschikt zijn voor plexiglas en andere gevoelige
oppervlakken (werkzame stof: bijv. quaternaire
ammoniumverbindingen).
Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.
►
Gebruik geen organische oplosmiddelen (bijv. spiritus of benzine).
►
WAARSCHUWING!
Gevaar voor de patiënt
Dit apparaat is geen diagnoseapparaat. Het apparaat ondersteunt de
behandelende arts bij het stellen van de diagnose.
Voor het stellen van een precieze diagnose en voor het inleiden van
►
therapieën moeten naast de applicatie van dit apparaat doelgerichte
onderzoeken door de arts worden voorgeschreven. Met de
resultaten van deze onderzoeken moet rekening worden gehouden.
►
De verantwoordelijkheid voor diagnosen en de hieruit afgeleide
therapieën ligt bij de behandelende arts.
OPGELET!
Inconsistente meetresultaten
►
Voordat u met dit apparaat vastgestelde meetwaarden elektronisch
opslaat en verder gebruikt (bijv. in een pc-software van seca of in
een informatiesysteem van het ziekenhuis), dient u te controleren of
de meetwaarden plausibel zijn.
Wanneer meetwaarden aan een pc-software van seca of aan een
►
informatiesysteem van een ziekenhuis werden overgedragen, dient
u na te gaan of de meetwaarden plausibel zijn en aan de juiste
patiënt zijn toegewezen.