AF-kaders
Wat als...
•
De camera maakt geen enkel geluid.
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden
uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het geluid weer in te schakelen,
drukt u op n. Dan selecteert u het tabblad 3 en vervolgens de optie [mute]. Gebruik
de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
•
Het beeld is donker terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname.
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Maak de opname binnen de werkzame
flitsafstand van ongeveer 50 cm – 3,0 m met een maximale groothoekinstelling, en
ongeveer 1,0 – 2,0 m met een maximale telelens.
•
De camera geeft een pieptoon terwijl de sluiterknop half is ingedrukt.
De camera bevindt zich te dicht bij het onderwerp. Ga met de camera met een maximale
groothoekinstelling ongeveer 2 cm of meer bij het onderwerp vandaan en maak de foto.
Ga ongeveer 1 m of meer bij het onderwerp vandaan met de camera op maximale
telelens.
Stel scherp.
●
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
Terwijl de camera wordt scherpgesteld, hoort u
tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje
groen (oranje indien er wordt geflitst).
Groene AF-kaders geven aan waarop
de camera is scherpgesteld.
Als de camera op meerdere punten scherpstelt,
verschijnen er meerdere AF-kaders.
Maak de opname.
●
Druk de sluiterknop helemaal in.
Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. Als er weinig licht is,
wordt de flitser automatisch geactiveerd.
Het lampje knippert groen terwijl het beeld
wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
De foto verschijnt gedurende enkele seconden
op het scherm.
●
Terwijl de foto nog op het scherm staat, kunt u
al op de sluiterknop drukken om een volgende
foto te maken.
A Foto's maken
27