Flitsbelichtingscompensatie instellen
Net zoals bij de belichtingscompensatie
wijzigen in stappen van 1/3-stop wanneer u de flitser gebruikt.
In de opnamemodi M en B stelt u [Flits mode] vooraf in op
•
[Automatisch]
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen met de knop n.
•
Selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad 4 en druk vervolgens op
de knop m . Gebruik de knoppen qr om de instelling te maken.
Flits output instellen
U hebt de keuze uit 3 flitsbelichtingsniveaus.
In de opnamemodi M en B stelt u [Flits mode] vooraf in op
•
[Handmatig]
U kunt de flitsbelichting ook instellen met de knop n. Selecteer
•
[Flits Instellingen] op het tabblad 4 en druk vervolgens op de knop m.
Gebruik de knoppen qr om de instelling te maken.
100
Selecteer de
flitsbelichtingscompensatie.
Druk op de knop m, selecteer
●
en druk nogmaals op de knop m .
Kies de instelling.
Druk op de knoppen op of draai aan
●
het keuzewiel  om de
flitsbelichtingscompensatie te selecteren.
Druk daarna op de knop m.
(p.
99).
Stel de camera in op h
Selecteer de flitsbelichting.
Druk op de knop m, selecteer
●
en druk nogmaals op de knop m .
Kies de instelling.
Druk op de knoppen op of draai aan het
●
keuzewiel  om de flitsbelichting te
selecteren en druk vervolgens op m.
(p.
99).
(p. 78)
kunt u de belichting ±2 stops
(p.
72).