•
Beelden die zijn opgenomen met
•
De vaste breedte-hoogteverhouding van een beeld dat kan worden veranderd, is 4:3
(voor een verticaal beeld 3:4).
•
De resolutie van een bijgesneden beeld is kleiner dan dat van het oorspronkelijke
beeld.
? Effecten toepassen met de functie My Colors
U kunt de kleur van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als een nieuw
beeld. Zie
p. 80
voor meer informatie over elk menu-item.
•
Als u de kleur van een beeld meerdere keren wijzigt, neemt de kwaliteit geleidelijk
af en krijgt u mogelijk niet de verwachte kleur.
•
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt gewijzigd, kan afwijken van
de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors
130
,
en
Selecteer [My Colors].
Druk op de knop n, selecteer [My Colors]
●
op het tabblad 1 en druk op de knop m.
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel Â, selecteer het beeld en druk
op de knop m .
Selecteer een menuoptie.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel  om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
●
Nadat u de menuoptie hebt geselecteerd, kunt u
in- of uitzoomen op het beeld door de stappen uit
te voeren die worden beschreven in 'k Beelden
vergroten'
(p.
117).
Door op de knop m te drukken terwijl een
●
vergroot beeld wordt weergegeven, kunt u
overschakelen naar het oorspronkelijke beeld.
Druk op n om terug te keren naar het
menuscherm.
Sla het beeld op als een nieuw beeld
en geef het weer.
●
Voer de stappen 4 en 5 op
, kunnen niet worden bijgesneden.
p. 128
uit.
(p.
80).