196
Het onderwerp van de opname is te helder of het
beeld vertoont witte strepen.
Het onderwerp is te
dichtbij, waardoor
het flitslicht te fel is.
Het onderwerp is
overbelicht omdat de
omgeving te donker is.
Er schijnt te veel licht
direct in de camera
of te veel licht wordt
gereflecteerd door
het onderwerp.
De flitser is ingesteld
op
(Flitser aan).
Beeld bevat ruis.
ISO-waarde is te hoog.
Witte stippen op het beeld.
Licht van de flitser wordt
weerspiegeld door
stofdeeltjes of insecten
in de lucht. Dit is vooral
zichtbaar wanneer
u opnamen maakt
met de groothoek.
Zorg er bij het gebruik van de
ingebouwde flitser voor dat u de
opname maakt op de juiste flitsafstand
van het onderwerp
Stel de belichtingscompensatie in op
een negatieve waarde (-)
Gebruik AE lock of spotmeting
(pags.
99, 102).
Wijzig de opnamehoek.
Stel de flitser in op
(p.
66).
Bij hogere ISO-waarden en bij de
instelling
(Hoge ISO Automatisch)
kan er ruis in het beeld ontstaan. Voor
een betere beeldkwaliteit gebruikt u
een zo laag mogelijke ISO-waarde
(p.
74).
In de modi
,
en
loopt de ISO-waarde op en kan
er ruis ontstaan.
Dit is een fenomeen dat optreedt bij
digitale camera's en wijst niet op een
storing of defect.
(p.
221).
(p.
101).
(Flitser uit)
,
,
,
,