Het scherm wordt donker.
De weergave van het LCD-
scherm wordt donkerder in
sterk zonlicht of fel licht.
Het scherm knippert.
Het scherm knippert bij het
maken van opnamen bij
tl-verlichting.
Lichtbalk (paarsachtig rood) verschijnt op het
LCD-scherm.
Dit kan gebeuren wanneer
u opnamen maakt van een
helder onderwerp, zoals de
zon of een andere
lichtbron.
wordt weergegeven.
Waarschijnlijk is een
langere sluitertijd
geselecteerd vanwege
onvoldoende
licht.
wordt weergegeven.
Dit wordt weergegeven
wanneer op de
geheugenkaart
afdrukinstellingen,
verzendinstellingen
of instellingen voor
diashows zijn opgeslagen
die zijn ingesteld met
andere camera's met
DPOF-ondersteuning.
Dit is normaal bij apparaten met CCD's
en wijst niet op een storing of defect.
Dit beeld wordt vastgelegd bij films,
maar niet bij foto's.
Dit is geen camerastoring (knipperen
wordt vastgelegd bij films, maar niet bij
foto's).
Dit is normaal bij apparaten met CCD's
en wijst niet op een storing of defect.
(De lichtbalk wordt niet opgenomen
bij het maken van foto's, maar wel bij
filmopnamen.)
Stel de IS-modus anders in dan
[Uit]
(p. 72)
Verhoog de ISO-waarde
Stel de flitser in op een andere
instelling dan
Stel de zelfontspanner in en bevestig
de camera bijvoorbeeld op een statief.
Deze instellingen worden overschreven
door de instellingen van uw camera
(pags.
136, 165, 172).
(p.
74).
(Flitser uit)
(p.
66).
193