Foto's maken met de gewenste instelling.
(
Program AE Mode)
Met deze modus zijn er meer
instelmogelijkheden dan in de slimme auto
modus [
].
1
Selecteer Program AE-modus
[
].
2
Houd de camera voorzichtig
vast met beide handen, houd uw
armen stil langs uw lichaam en
plaats uw voeten iets uiteen.
A Flitser
B AF-assistentielamp
3
Richt het AF-gebied E op het punt
waarop u wilt scherpstellen en
druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
D C
F3.3
F3.3
C Het scherpstel indicatielicht wordt groen.
D AF-gebied: wit
E Diafragmawaarde
F Sluitertijd
18
VQT1L92 (DUT)
A
B
E
ISO
F
1/30
1/30
100
groen
•
De camera piept twee keer als het
onderwerp is scherp gesteld.
De camera kan scherpstellen tussen 50
•
cm (Wide)/1 m (Tele) en
de macro niet wordt gebruikt)
•
Het volgende geeft aan dat het
onderwerp niet is scherpgesteld.
–
De scherpstelindicatie knippert (groen).
–
Het AF-gebied gaat van wit naar rood of
er is geen AF-gebied.
–
Piept 4 keer.
•
De scherpstel indicator kan oplichten
zelfs als het onderwerp niet goed is
scherpgesteld als het onderwerp buiten
bereik is.
4
Druk de half ingedrukte
ontspanner volledig in om de foto
te nemen.
■ Gebruik de fl itser
Als de fl itser is ingesteld op AUTO [
AUTO/Rode-ogen reductie [
sync./Rode-ogen reductie [
de fl itser als u de ontspanknop indrukt als
de camera vindt dat het gebied dat u wilt
fotograferen te donker is.
•
U kunt de fl itserinstellingen veranderen.
•
Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
•
Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
•
Dek de fotofl itser of de AF-
assistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
•
Raak de lens niet aan.
. (Wanneer
Z
]
] of,Slow
], werkt