Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Hieronder volgen richtlijnen en verklaringen van de fabrikant met betrekking tot EMC
voor de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid.
•
Voor de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid moeten speciale
voorzorgsmaatregelen worden genomen met betrekking tot EMC en dit
apparaat moet volgens de informatie op de volgende pagina's worden
geïnstalleerd en in gebruik worden genomen.
•
Draagbare en mobiele radiofrequente communicatie-apparatuur, RFID-lezers,
elektronische bewakingsapparatuur (EAS, anti-diefstal) en metaaldetectors
kunnen de werking van de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid beïnvloeden. Volg
de richtlijnen zoals beschreven in de tabellen 204 en 206.
•
Andere medische apparaten of systemen kunnen elektromagnetische
emissies produceren en daardoor de functies van de INFOV.A.C.™
therapie-eenheid verstoren. U dient met zorg te werk te gaan als u de
INFOV.A.C.™ therapie-eenheid bedient in de buurt van of gestapeld op
andere apparatuur. Indien de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid gebruikt moet
worden in de buurt van of gestapeld op andere apparatuur, dient zowel de
therapie-eenheid als de andere apparatuur gecontroleerd te worden op
een normale werking in de opstelling waarin deze wordt gebruikt.
•
De elektriciteitskabels, externe voedingsbronnen en accessoires die in
deze handleiding worden vermeld, voldoen aan de testvereisten die in de
volgende tabellen worden vermeld. U dient alleen de door de fabrikant
goedgekeurde kabels, voedingseenheden en accessoires te gebruiken met
de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid. Als een externe leverancier kabels, externe
voedingseenheden en elektrische accessoires voor de INFOV.A.C.™ therapie-
eenheid aanbiedt en deze niet in deze handleiding worden vermeld, is het de
verantwoordelijkheid van de externe leverancier om te bepalen of het product
voldoet aan de normen en tests in de volgende tabellen.
•
Als u andere elektrische kabels en accessoires gebruikt dan die in deze
handleiding of referentiedocumenten worden vermeld, kan dit leiden tot een
hogere elektromagnetische emissie van de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid of een
lagere elektromagnetische immuniteit van de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid.
Dit apparaat mag alleen door professionele zorgverleners
worden gebruikt. Zoals bij alle elektrische medische
apparatuur het geval is, kan dit apparaat radio-interferentie
veroorzaken of de werking van een apparaat in de nabije
omgeving verstoren. Het kan nodig zijn maatregelen te
nemen deze interferentie te verminderen, zoals het opnieuw
richten of verplaatsen van de INFOV.A.C.™ therapie-eenheid,
of het afschermen van de locatie.
Vanwege de emissie-eigenschappen is deze apparatuur
geschikt voor gebruik in industriële omgevingen en
ziekenhuizen (CISPR 11 class A). Indien gebruikt in een
woonomgeving (waarvoor normaliter CISPR 11 klasse B
vereist is), biedt deze apparatuur mogelijk niet de juiste
bescherming voor radiofrequente communicatiediensten.
61