De riem onderhouden
De riemen controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de maaihoogte op de laagste stand.
4. Controleer de riem op slijtage. Vervang de riem als die versleten is.
Een aantal indicaties van een versleten riem: een gierend geluid tijdens het draaien van
de riem, de messen die slippen tijdens het maaien, gerafelde randen en schroeiplekken
en scheuren op de riem.
Drijfriem van maaidek vervangen
Een aantal indicaties van een versleten riem: een gierend geluid tijdens het draaien van de
riem, messen die slippen tijdens het maaien, gerafelde randen en schroeiplekken en
scheuren op de riem. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Zet de maaihoogte op de laagste stand.
4. Maak de afdekking van het maaidek los.
5. Verwijder de kappen van de poelies.
6. Draai de moer los waarmee de draadvorm aan de spanpoelie is bevestigd.
3464-648A
.
ARKEERSTAND
.
PARKEERSTAND
G453681
Pagina 5–21
Onderhoud: De riem onderhouden