1. Voer het gewenste woord in door op de toetsen 2-9 te drukken. Druk eenmaal
op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke ingevoerde letter.
Druk op 1 om de meest gebruikte leestekens in te voeren. Voor meer leestekens
en speciale tekens houdt u * ingedrukt.
Als u een teken wilt wissen, drukt u op de wistoets. Als u meer tekens wilt
wissen, houdt u de wistoets ingedrukt.
2. Wanneer u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt, bevestigt
u het door met de navigatietoets vooruit te gaan of een spatie in te voegen.
Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * om de overeenkomende
woorden in de woordenlijst één voor één te bekijken.
Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het gewenste woord niet in
de woordenlijst. Selecteer Spellen om het woord aan de woordenlijst toe
te voegen. Voer het woord (maximaal 32 tekens) in door gebruik te maken
van normale tekstinvoer en selecteer OK. Het woord wordt toegevoegd. Als
de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
Samengestelde woorden invoeren
Voer het eerste deel van de samenstelling in en ga vooruit met de navigatietoets
om te bevestigen. Voer het laatste deel van het woord in en voltooi de
samenstelling door op de cijfertoets 0 te drukken om een spatie in te voegen.
■ Tekst kopiëren en verwijderen
1. Als u letters of woorden wilt selecteren, houdt u # ingedrukt en drukt
u tegelijkertijd de navigatietoets naar links of naar rechts. Alle tekst die
u zo selecteert, wordt gemarkeerd. Als u regels wilt selecteren, houdt u #
ingedrukt en drukt u tegelijkertijd de navigatietoets omhoog of omlaag.
2. Als u de tekst naar het klembord wilt kopiëren, houdt u # ingedrukt en
selecteert u tegelijkertijd Kopiëren.
Als u de geselecteerde tekst uit het document wilt verwijderen, drukt u op
wistoets.
3. Als u de tekst wilt invoegen, gaat u naar de invoegpositie en houdt u #
ingedrukt terwijl u Plakken selecteert.
33