Met lagere ISO-snelheden maakt u foto's van de beste
kwaliteit met een minimum aan korrel of "gruis", maar
worden langzamere sluitertijden gebruikt. Als u een foto
wilt maken bij weinig licht zonder een flitser te gebruiken
en met de instelling ISO 100, is het verstandig een statief
te gebruiken. Bij hogere ISO-snelheden worden snellere
sluitertijden gebruikt. Dit kan handig zijn als u zonder flitser
foto's wilt maken in een donkere omgeving of als u foto's
wilt maken van snel bewegende objecten. Bij hogere
ISO-snelheden worden de foto's korreliger.
1. Selecteer in het menu
Opname (pagina 53) de optie
ISO-snelheid.
2. Gebruik in het submenu
ISO-snelheid de knoppen
om een instelling te markeren.
3. Druk op de knop
instelling op te slaan en terug te gaan naar het
menu Opname.
Als de instelling anders is dan de standaardinstelling Auto,
wordt het pictogram voor de instelling (zoals weergegeven
in het submenu ISO-snelheid) op het scherm Liveweergave
weergegeven. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat de
instelling wordt gewijzigd of de camera wordt uitgezet. Voor
de optie ISO-snelheid wordt de standaardinstelling Auto
hersteld wanneer u de camera uitschakelt.
OPMERKING: Deze instelling kan niet worden gebruikt bij
het opnemen van videoclips of wanner de opnamemodus
is ingesteld op Actie, Portret, Landschap of Snel scherp.
HP Photosmart M417/M517 Gebruikershandleiding
66
om de