lager dan 1000ppm
Werking is in orde.
Controleer de branderdruk, de
configuratie van de vulling en
hoger dan 1000ppm
controleer het rookgaskanaal op
mogelijke verstoppingen.
6. Sluit de meetapparatuur aan op de meetnippel O
waarde te meten.
7. Start de meting en controleer de waarde;
Controleer het rookkanaal op lekkages
(met name bij aansluitingen) en
lager dan 19%
controleer of uitstroomopeningen niet
belemmerd worden.
hoger dan 19%
Werking is in orde.
1
2
Figuur 13: Duurzaamheidsmeting
(1) CO
(2) O
2
(roomdivider en tunnel hebben andere aansluitlocaties)
Figuur 14: Restrictieplaten
18
om de O
²
²
Figuur 15: Montage in pijp
1
5.6 Restrictieplaat plaatsen
2
Als gekozen is voor een configuratie 1-6 uit de bijlage dan is de
standaard meegeleverde restrictieplaat voldoende. Als een
schoorsteenberekening is uitgevoerd dan moet de code op de
restrictieplaat overeenkomen met de code uit de bijlage voor
restrictieplaten. Zie: Restrictieplaten (G20, G25, G30 en G31)
op pagina 49. Afhankelijk van het vlambeeld mag de restrictieplaat
enigzins aangepast worden.
Volg de volgende stappen om het restrictieplaatje te controleren
en te plaatsen:
5.7 Ombouw plaatsen en afwerken
Bescherming tegen hoge temperaturen
35
1. Verwijder de deur. Zie: Deur demontage en montage
op pagina 29.
2. Controleer of de code van de restrictieplaat overeenkomt
met de code uit de bijlage.
3. Buig beide lippen aan de uiteinden van de restrictieplaat 90
graden.
4. Breng de restrictieplaat vanuit de haard naar de
pijpopening.
5. Plaats de restrictieplaat in de ogen aan de binnenzijde van
de pijpopening (zie figuur 16).
6. Buig hierna de lippen naar binnen.
7. Controleer of de haard niet rookt in de laagste vlamstand
en of de vlammen niet te hoog worden in de hoogste
vlamstand.
BRANDGEVAAR! De gashaard kan met of zonder
convectiemantel geleverd zijn. In alle gevallen is het
belangrijk dat er voldoende ventilatie aanwezig is.
e temperatuur aan de bovenzijde van de haard wordt
erg hoog. De ombouw mag daarom in geen geval
geïsoleerd worden. Volg alltijd de installatievoorschriften.
Zie: Installatievoorschriften op pagina 8.