2. Probeer niet om een hoge stoeprand of opstap
(hoger dan 10 cm) zonder hulp op te rijden, uw
rolstoel kan over zijn balanspunt komen en
achterover kiepen. (figuur 7b)
3. Rijdt altijd recht (haaks) een stoeprand op of af.
Als u onder een hoek aan zou rijden, komt de
rolstoel schuin te staan met groot risico van vallen.
Het naar boven of beneden verplaatsen van de rolstoel en de gebruiker op een trap door
begeleiders
waarschuwing:
Indien mogelijk, dient u het uitvoeren van deze handeling te voorkomen, om letstel bij u en/of de
begeleider te voorkomen. Lees en volg de waarschuwingen voor begeleiders op. Wanneer u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit resulteren in vallen of omkiepen en ernstig letsel tot gevolg
hebben voor de rolstoelgebruiker en/of de begeleider.
1. Maak altijd gebruik van twee of meer begeleiders wanneer u een rolstoel met de gebruiker
erin, een trap op of af verplaatst.
2. Overtuig u ervan dat de gebruiker stevig in de stoel zit, met zijn/haar armen, benen of
handen veilig uit de weg van obstakels
3. Advies draagwijze:
-
de begeleiders positioneren zich aan de linker en rechterzijde van de rolstoel met
hierin de gebruiker.
-
de begeleiders pakken de rolstoel aan de onderzijde van de zitting beet, aan de
voor- en achterkant.
-
de begeleiders tillen de rolstoel voorzichtig omhoog en zoeken het
evenwichtspunt van de rolstoel met hierin de gebruiker.
Detectiepoorten
Als u een detectiepoort passeert bijv. in winkels, dan kan het gebeuren dat deze reageert op uw
rolstoel door een alarmsignaal af te geven. In de constructie van de rolstoel is hier rekening mee
gehouden en geprobeerd dit effect te voorkomen. De rolstoel is hierop getest, maar omdat er vele
merken bestaan en verschillende omstandigheden kunnen optreden, kan er toch soms een alarm
afgaan bij passage.
Ondergrond
De rolstoel functioneert het beste op een harde ondergrond. Probeer daarom ook zachte
ondergrond zoals, zand, modder, gras, schelpenpaden etc. te vermijden.
22
Figuur 7b: Stoeprand / afstap