Werken met de machine
Cenius 03 BAG0144.9 11.22
Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor
•
aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica
van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen
of zakken wordt uitgesloten!
Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en
•
afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij
stilstand)!
Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u
•
bekneld kunt raken!
Ga bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de
•
tractor bijzonder voorzichtig te werk! Tussen tractor en machine
bevinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld
kunt raken!
Het is verboden om zich tijdens het bedienen van de
•
driepuntshydraulica tussen tractor en machine te bevinden!
Aangesloten voedingsleidingen
•
ο
moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning,
knikken of wrijving soepel meebewegen.
mogen niet langs onderdelen schuren.
ο
•
Ontkoppelingskabels voor snelkoppelingen moeten los hangen
en mogen in de onderste positie niet uit zichzelf ontkoppelen!
Zorg dat de afgekoppelde machine altijd stabiel op zijn plaats
•
staat!
Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd
•
met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en
hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat!
Draag strak zittende kleding! Losse kleding verhoogt het risico
•
op vastgrijpen of opwikkelen door aandrijfassen!
Gebruik de machine alleen als alle veiligheidsvoorzieningen zijn
•
aangebracht en zich in de juiste positie bevinden!
Houd rekening met de maximale belading van de
•
aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare
asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met
een gedeeltelijk gevulde tank.
Het is verboden om zich binnen het werkbereik van de machine
•
te bevinden!
•
Het is verboden om zich binnen het draai- en zwenkbereik van
de machine te bevinden!
•
Extern bediende machineonderdelen (bijv. Hydraulisch) zijn
voorzien van delen waar u bekneld kunt raken!
•
Gebruik extern bediende machineonderdelen uitsluitend als
personen zich op voldoende veilige afstand van de machine
bevinden!
Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat
•
u de tractor verlaat.
Hiertoe
ο
laat u de machine op de grond zakken;
trekt u de handrem aan;
ο
schakelt u de motor van de tractor uit;
ο
verwijdert u de contactsleutel.
ο
Algemene veiligheidsinstructies
23