Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding RS350S PN16 DN50
13.
Verklarende woordenlijst
Begrip
Ademopening
Afstroomklep
Dynamische regeling
Gasdrukregelaar
Hulpdrukregelaar
Hysterese
Inregelkraan
K
waarde
G
Kritische stroming
Nauwkeurigheidsklasse
Opentijd
Overshoot
Regelaar
Regelklasse
Sluitdrukklasse
Sluittijd
Sluitzone
Statische regeling
Stuurdrukregelaar/Pilot
Sub-kritische stroming
Toestroomklep
Undershoot
Veiligheidsafslagklep
(VAK)
Omschrijving
Opening die een ruimte in het product verbindt met de atmosfeer.
Zorgt voor het verlagen van de stuurdruk.
Dynamische regeling: regeling waarbij als gevolg van snelle verandering van
de Q de geregelde waarde tijdelijk buiten het regelgebied is.
Regelt de gasdruk in het leidingnet.
Levert de werkdruk voor de stuurdrukregelaar.
De term hysterese is over het algemeen opgevat als het onvermogen van een
systeem om na een verstoring naar de oorspronkelijke toestand van
evenwicht terug te keren.
Op het uitlaatpijpstuk van een regelstraat gemonteerde kraan, welke gebruikt
kan worden om een kleine afname te simuleren of de regelstraat drukloos te
maken.
Doorstroming coëfficiënt van de gasdrukregelaar.
Turbulente stroming met de snelheid van het geluid, treedt op als p
(drukwaarden p
en p
d
u
Nauwkeurigheid van de regelaar uitgedrukt in een klasse.
De tijd die nodig is om de klep in de gasdrukregelaar in zijn geheel te laten
openen (0% → 100% doorlaat).
Tijdelijke hogere druk dan de ingestelde uitlaatdruk waarde (setpoint) als
gevolg van dynamische regeling.
Bestaat uit een huis waardoor het medium stroom, door de doorstroom
opening te variëren wordt de druk geregeld.
Nauwkeurigheidsklasse waarin de gasdrukregelaar de uitlaatdruk regelt.
± X%.
Nauwkeurigheidsklasse voor de sluitdruk van de gasdrukregelaar.
De tijd die nodig is om de klep in de gasdrukregelaar van zijn open positie
geheel te laten sluiten (100% - 0% doorlaat).
Gebied waarin de gasdrukregelaar van minimale doorstroming tot nul
doorstroming bezig is verder te sluiten.
Regeling van de uitlaatdruk waarbij de doorstroom hoeveelheid constant is.
Zorgt voor de druk waarmee de regelaarklep wordt aangestuurd.
Turbulente stroming, treedt op als p
absoluut).
Zorgt voor het verhogen van de stuurdruk.
Tijdelijke lagere druk dan de ingestelde uitlaatdruk waarde (setpoint) gevolg
van dynamische regeling.
Veiligheidsvoorziening die aan de regelaar gebouwd kan worden.
Verkrijgbaar in: lage (LD), midden-(MD) en hoge druk (HD).
DDD3002MHNL/11-2021/rev.B2
zijn absoluut).
/p
< 2 (drukwaarden p
d
u
/p
>2
d
u
p
d
en p
zijn
d
u
57