Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Minimum Drukbeveiliging Veiligheidsafslagklep; Controle Sluitdruk Waarde Regelaar - Wigersma & Sikkema RS350S PN16 Installatie-, Gebruikers- En Onderhoudshandleiding

Gasdrukregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor RS350S PN16:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie-, gebruikers- en onderhoudshandleiding RS350S PN16 DN50
9.7.

Controle minimum drukbeveiliging veiligheidsafslagklep

Verwijder, indien nodig, de beschermkap van de veiligheidsafslagklep, draai met een
schroevendraaier de instelbus minimumdruk helemaal uit (pos 32 van figuur 19 en 20).
Bied de gewenste afslagwaarde (druk) in het uitlaatgedeelte aan door de stuurdrukregelaar in te
stellen op de gewenste aanspreekwaarde veiligheidsafslagklep d.m.v. uitlaadruk stelschroef
(pos 38 van figuur 11). Zorg ervoor dat alle aansluitingen (afsluiters), in het uitlaatgedeelte, dicht
zijn. Zet de veiligheidsafslagklep op scherp, d.m.v. het aantrekken van de knop (pos 28 van figuur
19 en 20) naar de onderste positie. Draai met de schroevendraaier de instelbus minimumdruk
langzaam in tot veiligheid valt. Test de veiligheidsafslagklep 3 maal op reproduceerbaarheid d.w.z.
hierna beschreven handelingen driemaal herhalen.
Breng de druk in het uitlaatgedeelte d.m.v. de stuurdrukregelaar uitlaadruk stelschroef (pos 38 van
figuur 11) boven de gewenste minimumafslagwaarde en draai vervolgens de stelschroef geheel
uit. Reset de veiligheidsafslagklep en open de inregelkraan minimaal, noteer de waarde waarop de
veiligheidsafslagklep aangesproken wordt. Sluit de inregelkraan.
Stel na de test op reproduceerbaarheid, de stuurdrukregelaar in op de geregelde waarde, kan de
veiligheidsafslagklep worden gereset en de beschermkap geplaatst.
In de praktijk wordt vaak met een minimumveer gewerkt, welke bij geheel
ingedraaide instelbus met de gewenste minimumwaarde overeenkomt.
9.8.

Controle sluitdruk waarde regelaar

Sluit de uitlaatafsluiter. Neem de gasdrukregelaar in bedrijf (zie hoofdstuk 5.).
Sluit bij voorkeur een digitale manometer aan op het uitlaatgedeelte. Open de inregelkraan zodanig
(b.v. ongeveer 1/8 slag) zodat de gasdrukregelaar weinig levert. Breng de druk in het
uitlaatgedeelte d.m.v. de stuurdrukregelaar uitlaadruk stelschroef (pos 38 van figuur 11) op de
gewenste uitlaatdruk en borg deze.
Laat de regelaar regelen op de inregelkraan (klein volume), zodat de gewenste uitlaatdruk constant
is.
Sluit
nu
langzaam
Lees vervolgens na 10 seconden de sluitwaarde af. Controleer de gemeten waarde volgens
paragraaf 1.2 met de gespecificeerde waarde.
D.m.v. een manometer met een lekmode kan de lekwaarde van de sluitgroep meten gemeten
worden. Nadat SG-max is vastgesteld en genoteerd, 3 minuten wachten, met de manometer
ingesteld op lekmode. Manometer terugstellen (resetten) en opnieuw 3 minuten wachten. De
sluitgroep is goed wanneer de lekwaarde kleiner is als 0,2 mbar/min
en
gelijkmatig
(in
Pd > 50 mbar SG< 5 % van Pd
Pd < 50 mbar SG< 10 % van Pd
DDD3002MHNL/11-2021/rev.B2
30
seconden)
de
.
inregelkraan.
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave