• Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt, wordt
de lamel automatisch omhoog gericht.
• In de modus voor voorverwarmen wordt de lamel
omhoog gericht.
De zwaai-aanduiding wordt ook op de
afstandsbediening weergegeven wanneer de
airconditioner wordt voorverwarmd, maar de lamel
wordt pas bewogen wanneer het voorverwarmen is
voltooid.
Horizontale luchtstroom aanpassen
Als u de horizontale luchtstroomrichting wilt aanpassen,
plaatst u de verticale lamellen in de horizontale in de
gewenste richting.
OPMERKING
• Als de horizontale lamel in de modus COOL
(KOELEN) omlaag wordt gericht, is het mogelijk dat er
condensvorming op het oppervlak van de behuizing of
lamel optreedt en er water naar beneden druppelt.
• Wanneer de horizontale lamel in de modus HEAT
(VERWARMEN) in de horizontale positie wordt
geplaatst, wordt de ruimte mogelijk niet gelijkmatig
verwarmd.
1-zijdige cassettemodel
(YH-serie) en vloermodellen
De uitblaasrichting en zwaaien instellen
1
Druk wanneer de airconditioner in bedrijf is op
de toets
SWING/FIX
.
Als met 1 afstandsbediening twee of meer
binnenunits worden bediend, kunt u voor elke unit
afzonderlijk de uitblaasrichting instellen.
Druk nogmaals op de toets
SWING/FIX
wanneer de
lamel wordt bewogen.
NL-39
2
U kunt de lamel stoppen in de gewenste positie.
TEMP.
ON / OFF
TIMER SET
FAN
MODE
TIME
SAVE
A A
VENT
FILTER
L L
RESET
TEST
SET
CL
SWING/FIX
UNIT LOUVER
1, 2
Unit selecteren
Unit selecteren
• Wanneer twee of meer binnenunits worden bediend
met één afstandsbediening, kunt u elke binnenunit
afzonderlijk instellen door de desbetreffende unit te
selecteren.
• Als u de uitblaasrichting afzonderlijk wilt instellen,
drukt u op de toets
UNIT LOUVER
(linkerkant van de toets) om
een binnenunitnummer in de bedieningsgroep weer te
geven. Vervolgens stelt u de uitblaasrichting in voor de
binnenunit die wordt weergegeven.
• Wanneer er geen unitnummer wordt weergegeven,
kunnen alle units in de bedieningsgroep tegelijkertijd
worden bediend.
• Telkens wanneer u op
UNIT LOUVER
(linkerkant van de toets)
drukt, wordt de aanduiding in de onderstaande
volgorde gewijzigd:
Geen
Unitnummer
Unitnummer
weergave
1-1
1-2
Unitnummer
Unitnummer
1-4
1-3
1-zijdig cassettemodel (YH-serie)
Verticale aanpassing
Koelen
Plaats de lamel in de horizontale positie om de koude
lucht door de ruimte te verspreiden.
Verwarmen
Richt de lamel omlaag om de warme lucht naar de grond
te blazen.
Horizontale aanpassing
Als u de lucht in horizontale richting wilt blazen, plaatst u
het verticale rooster in de lamel in de gewenste richting.
OPMERKING
Om de koel-/verwarmingsprestaties te verbeteren, kunt u
voor elke bedrijfsmodus de hoek van de lamel
aanpassen.
Vloermodel
Verticale aanpassing
Koelen
Plaats de lamel handmatig in de horizontale positie om
de koude lucht door de ruimte te verspreiden.
Verwarmen
Richt de lamel handmatig omlaag om de warme lucht
naar de vloer te blazen.
– 20 –
Gebruikershandleiding
Horizontale aanpassing
De lucht in verschillende richtingen blazen
Til de verticale lamellen iets op en plaats ze in de
gewenste richting.
2
1
Gebruik in dat geval niet de
functie voor automatisch
zwaaien.
Vloermodel met behuizing
Koelen
Plaats de lamel handmatig in de horizontale positie om
de koude lucht door de ruimte te verspreiden.
Verwarmen
Richt de lamel handmatig omlaag om de warme lucht
naar de vloer te blazen.
De luchtuitlaat wijzigen
Volg de onderstaande procedure om de luchtuitlaat te
wijzigen:
NL-40