Het wijzigen van instellingen
Bepaalde instellingen van het apparaat
kunt u alleen in de instelmodus wij-
zigen.
In de instelmodus wordt het deuralarm
of een andere foutmelding automa-
tisch onderdrukt; in het display brandt
echter wel alarmsymbool .
Instellingen
Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
De lichtsterkte van het display
wijzigen
De sabbatmodus in-/uitschake-
len
Activer l'indicateur de change-
ment du filtre anti-odeur ou réi-
nitialiser le compteur horaire
Alle bovenstaande mogelijkheden wor-
den hieronder beschreven.
28
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat per ongeluk:
– het koelapparaat wordt uitgeschakeld
– een andere temperatuur wordt inge-
steld
– de functie SuperKoelen wordt inge-
schakeld
– instellingen worden gewijzigd (slechts
het uitschakelen van de vergrende-
ling is mogelijk)
Hiermee kan worden voorkomen dat
bijvoorbeeld kinderen iets aan de be-
diening van het koelapparaat veran-
deren of het koelapparaat uitschakelen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Tip de toets voor de instellingen aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool
knippert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool brandt.