■
Namen en functies van aanduidingen op
de draadloze afstandsbediening
Scherm
Alle aanduidingen, met uitzondering van de kloktijd,
worden weergegeven door op de toets START/STOP
te drukken.
1
8
9
6
• In de illustratie zijn alle aanduidingen ter verduidelijking
weergegeven. Tijdens de werking worden enkel
de relevante aanduidingen weergegeven op de
afstandsbediening.
1
Transmissiesymbool
Dit transmissiesymbool ( ) geeft aan dat de
afstandsbediening signalen doorstuurt naar de
binneneenheid.
2
Modusweergave
Geeft de huidige werkingsmodus aan.
(A : Automatisch,
: Verwarmen,
3
Temperatuurweergave
Geeft de temperatuurinstelling aan (17°C tot 30°C).
Als u de werkingsmodus instelt op
wordt geen temperatuurinstelling weergegeven.
4
Weergave FAN-snelheid
Geeft de geselecteerde ventilatorsnelheid aan.
AUTO of één van de vijf mogelijke ventilatorsnelheden
+
(LOW
, LOW
HIGH
5
Weergave van TIMER en kloktijd
De ingestelde tijd voor de timerwerking of de kloktijd
wordt weergegeven.
De huidige tijd wordt altijd weergegeven, behalve bij
TIMER-werking.
6
Hi POWER-scherm
Geef aan wanneer de werking met hoog vermogen
start. Druk op de toets Hi POWER om deze
werkingsmodus te starten; druk nogmaals op deze
toets om de werkingsmodus te stoppen.
7
P (PRESET) scherm
Geeft aan dat de voorkeurwerkingsmodus in het
geheugen wordt opgeslagen of in het geheugen
opgeslagen is. Deze aanduiding verschijnt ook als de
in het geheugen opgeslagen voorkeurwerking wordt
weergegeven.
12-NL
3
2
10
7
5
4
: Koelen,
: Drogen,
: Enkel ventilator)
: Enkel ventilator,
+
, MED
, MED
) wordt weergegeven.
8
(COMFORT SLEEP) scherm
Wordt weergegeven tijdens de werkingsmodus
timer UIT, waarmee de kamertemperatuur en de
ventilatorsnelheid automatisch worden aangepast.
Telkens wanneer u op de toets COMFORT SLEEP
drukt, verandert de aanduiding achtereenvolgens in
1 h, 3 h, 5 h en 9 h.
9
(QUIET) scherm
Wordt weergegeven tijdens de stille werking.
10
Bewegingsaanduiding
Wordt weergegeven tijdens de bewegingswerking,
waarbij het horizontale ventilatieraam automatisch
omhoog en omlaag gaat.
OPMERKING
Als zowel de bedrade afstandsbediening als de draadloze
afstandsbediening worden gebruikt, kan de aanduiding
op het scherm van de draadloze afstandsbediening
in bepaalde gevallen afwijken van de effectieve
werkingsmodus.
■
Voorbereiding en controle voor het
gebruik
1. Batterijen plaatsen
• Verwijder het
batterijdeksel.
• Plaats 2 nieuwe
batterijen (R03 [AAA])
en hou rekening met de
aanduidingen (+) en (–).
2. Batterijen verwijderen
• Verwijder het
batterijdeksel.
• Verwijder de 2 gebruikte
batterijen.
,
Batterijen
• Als u de batterijen vervangt, dient u twee nieuwe
batterijen (R03 [AAA]) te gebruiken.
• Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer één
jaar mee.
• Vervang de batterijen als de binneneenheid geen
ontvangstpieptoon geeft of als de airconditioner niet
kan worden bediend met de afstandsbediening.
• Om storingen ten gevolge van batterijlekken
te vermijden, dient u de batterijen uit de
afstandsbediening te halen als u de afstandsbediening
gedurende meer dan één maand niet wenst te
gebruiken.
• Gooi de gebruikte batterijen weg overeenkomstig de
lokale voorschriften.
- 12 -
Handleiding