3
Bedrade afstandsbediening
Modelnaam afstandsbediening: RBC-ASCU1*
3.1 Namen van componenten en functies
Wanneer de knop bedient, brandt de LCD-achtergrondverlichting gedurende 15 seconden.
■
Knop
4
3
2
1
Knop AAN/UIT
U kunt de airconditioner inschakelen door op deze knop te drukken, druk nogmaals op deze knop wanneer u
de airconditioner wilt uitschakelen.
2
Knop Instellingen
Wordt gebruikt voor de temperatuurinstelling in algemene omstandigheden. In bedrijfsstand, stand
ventilatorsnelheid en stand windrichting worden hiermee de relevante instellingen gewijzigd.
3
Knop Timer Uit
Schakel de timer uit.
4
Knop Menu
Wordt gebruikt voor de selectie van de bedrijfsstand, ventilatorsnelheid en richting van de luchtstroom.
Steeds wanneer u op de knop drukt, verschijnt de volgende optie.
• In verschillende standen van de binnen-unit, is mogelijk de selectie van ventilatorsnelheid of richting van de
luchtstroom weggelaten.
15-NL
Bedrijfslampje
Licht op tijdens werking.
Knippert wanneer een controle wordt
uitgevoerd of de veiligheidsvoorziening
1
actief wordt
Normale
Bedrijfsstand
werking
■
Pictogram ter indicatie
Alle pictogrammen die op het display worden getoond, dienen uitsluitend ter illustratie. Op een model dat alleen
koelt, worden geen pictogrammen getoond die verband houden met verwarming. Wanneer "SETTING" knippert,
reageert het systeem niet op bedieningshandelingen.
8
9
7
12
15
13
11
1
Pictogram ter indicatie van bedrijfsstand
Geeft de geselecteerde bedrijfsstand aan
2
Pictogram Centrale regeling wordt getoond
wanneer de airconditioner
centraal wordt geregeld en wordt gebruikt door
middel van een centrale afstandsbediening en
andere centrale regeltoestellen. Als het gebruik
van de afstandsbediening wordt verhinderd
door centrale regeling, knippert
u op de knop AAN/UIT, de standenknop of de
temperatuurknop op de afstandsbediening drukt,
en dat geeft aan dat deze knoppen niet werken.
(Welke instellingen u op de afstandsbediening
kunt confi gureren, hangt af van de stand van de
centrale regeling.
Lees voor nadere gegevens de
Gebruikershandleiding van de
afstandsbediening voor centrale bediening.)
3
Pictogram Instelling
Geeft aan dat het systeem automatisch een
controle uitgevoerd nadat de circuitonderbreker
is losgekoppeld of zich andere omstandigheden
hebben voorgedaan.
– 8 –
Richting
Ventilatorsnelheid
van de
luchtstroom
1
2
3
4
5
6
10
4
Pictogram Reparatie
Wordt getoond wanneer een inspectie wordt
uitgevoerd of de beveiligingsvoorziening actief is.
5
Pictogram Proefdraaien
Wordt weergegeven tijdens het proefdraaien.
6
Pictogram Temperatuurinstelling
Toont de geselecteerde insteltemperatuur.
wanneer
7
Pictogram ter indicatie van de luchtstroom
Verschijnt wanneer de lamel op en neer
beweegt.
8
Pictogram ter indicatie van de lamelstand
Geeft de stand van de lamel aan.
9
Pictogram ter indicatie van
lamelvergrendeling
Verschijnt wanneer er een unit is met
vergrendelde lamel
(Uitsluitend Type 4-weg Cassette)
14
EN
16-NL