Inhoudsopgave
Advertenties
Storing
Eventuele oorzaak:
De ijsbereider
De ijsbereider is uitgeschakeld.
produceert geen ijs.
Het apparaat wordt niet van water voorzien.
De watertoevoerslang is op verschillende
plaatsen geknikt.
Lage waterdruk.
Temperatuur in de diepvriesruimte te hoog.
Het ijsblokjesreservoir is er niet goed ingezet.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd.
In de toevoerslang
Lage waterdruk.
naar de ijsbereider
vormt zich ijs.
Afsluitventiel niet goed geopend.
De temperatuur in de diepvriesruimte is te hoog.
Er loopt water uit
Ondichtheid van de watertoevoerslang.
het apparaat.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd.
De toevoer van
Lage waterdruk.
water is minder
dan normaal.
Afsluitventiel niet goed geopend.
Verkeerd afsluitventiel gemonteerd.
De watertoevoerslang is op verschillende
plaatsen geknikt.
Waterfilter verstopt of verbruikt.
In het ijs bevinden
Als water bevroren en weer ontdooid wordt, dan
zich zwevende
vormen zich door mineraalsedimenten kleine
partikeltjes.
deeltjes.
20
Oplossing
IJsbereider op het bedieningspaneel inschakelen.
Neem contact op met de installateur of het
waterleidingbedrijf.
De kraan aan het afsluitventiel dichtdraaien.
De geknikte plekken glad maken, eventueel
de slang laten vervangen.
De waterdruk moet tussen 1,7 bar en 10 bar
bedragen zodat het apparaat goed functioneert.
De temperatuur in de diepvriesruimte moet
tussen –17 ºC en –18 ºC zijn. Eventueel bijstellen.
De positie controleren, eventueel het reservoir
opnieuw erin zetten.
Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat
leiden.
De waterdruk moet tussen 1,7 bar en 10 bar
bedragen zodat het apparaat goed functioneert.
Afsluitventiel helemaal openen.
De temperatuur in de diepvriesruimte moet
tussen –17 ºC en –18 ºC zijn. Eventueel bijstellen.
Slang alleen door een originele slang van
de fabrikant laten vervangen.
Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat
leiden.
De waterdruk moet tussen 1,7 bar en 10 bar
bedragen zodat het apparaat goed functioneert.
Afsluitventiel helemaal openen en op ondicht-
heden controleren. Minimale doorstroom
controleren.
Verkeerde ventielen kunnen een lage waterdruk
veroorzaken en tot schade aan het apparaat
leiden.
De kraan aan het afsluitventiel dichtdraaien.
De geknikte plekken glad maken, eventueel de
slang laten vervangen.
Waterfilter vervangen.
Deze deeltjes zijn niet schadelijk! Ze zijn normaal
in de waterleiding.
Advertenties
Inhoudsopgave
