8
Bevestigen van de houder van de afstandsbediening
•
Richt de zender van de afstandsbediening naar de
signaalontvangst-unit.
U hoort eenmaal een "pieptoon" wanneer het signaal
goed wordt ontvangen.
(U hoort "piep, piep" uitsluitend wanneer de werking
start.)
•
De standaardafstand voor signaalontvangst is
ongeveer 8 meter in vertikale richting tot de
signaalontvangst-unit.
Afhankelijk van de resterende batterijspanning en
andere faktoren is de afstand mogelijk korter.
•
Zorg dat er geen obstakels die het signaal blokkeren
tussen de signaalontvangst-unit en de
afstandsbediening zijn.
•
Plaats de afstandsbediening niet in het directe
zonlicht, niet op plaatsen die aan de luchtstroom van
de airconditioner onderhevig zijn en niet in de buurt
van verwarmingselementen.
•
Laat de afstandsbediening niet vallen, gooi er niet mee
en maak hem niet schoon met water.
•
Het signaal wordt mogelijk niet geaccepteerd in een
ruimte waar een elektronische doorstroom-type
fluorescentielamp met wisselrichter of apparatuur die
infrarode stralen uitzendt (elektronisch whiteboard
enz.) staat opgesteld. Neem voor meer informatie
contact op met de winkel waar u de airconditioner
heeft gekocht.
13-NL
Aan de muur bevestigen van
de afstandsbediening
Controleer dat het signaal juist wordt ontvangen door met
de afstandsbediening op de bevestigingsplaats op de
(
) START/STOP toets te drukken.
Houtschroef
met platte
kop
Houder van de afstandsbediening
Instellen van de
afstandsbediening
– 13 –