Inhoudsopgave
Advertenties
16
BEDIENINGSHANDELINGEN EN PRESTATIES
Controleer voorafgaand aan inwerkingstelling
• Controleer of de aardedraad is doorgesneden of losgekoppeld.
• Controleer of het lucht lter is geïnstalleerd.
• Schakel de circuitonderbreker in 12 uur of meer voordat u de werking start.
Functie 3 minuten beveiliging
De functie 3 minuten beveiliging voorkomt dat de airconditioner start binnen 3 minuten nadat de
hoofdschakelaar / circuitonderbreker is omgezet voor het herstarten van de airconditioner.
Stroomstoring
Een stroomstoring die zich voordoet terwijl de unit in werking is, stopt de unit volledig.
• U kunt de unit weer starten door op de knop ON / OFF op de afstandsbediening te drukken.
• Onweer of een draadloze telefoon die dichtbij wordt gebruikt, kan de werking van de unit verstoren. Zet
de hoofdschakelaar of de circuitonderbreker uit en vervolgens weer aan. Duw op de knop ON / OFF op
de afstandsbediening als u de unit opnieuw wilt starten.
Ontdooien
• Als de buiten-unit beijzeld is geraakt tijdens het verwarmen, gestarte het ontdooien automatisch
(gedurende ongeveer 2 tot 10 minuten) zodat de verwarmingscapaciteit gehandhaafd blijft.
• De ventilatoren in zowel de binnen- als de buiten-unit komen tot stilstand tijdens het ontdooien.
• Tijdens het ontdooien wordt het dooiwater afgevoerd via de bodemplaat van de buiten-unit.
Verwarmingscapaciteit
In de stand Verwarming wordt de warmte van buiten de geabsorbeerd en in het vertrek gebracht. Deze
manier van verwarmen wordt warmtepompsysteem genoemd. Wanneer de buitentemperatuur te laag is,
wordt u geadviseerd een ander verwarmingsapparaat te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
Beveiligingsvoorziening
• Stopt de werking wanneer de airconditioner overbelast is.
• Als de beveiligingsvoorziening is geactiveerd, stopt de unit en knippert de bedrijfsindicator en de
controle-indicator op de afstandsbediening.
Als de beveiligingsvoorziening is geactiveerd
• Schakel de circuitonderbreker uit en voor een controle uit. Wanneer de unit blijft werken kan dat een
storing tot gevolg hebben.
• Controleer of het lucht lter is geïnstalleerd. Is dat niet het geval, dan is de warmtewisselaar misschien
verstopt met stof en kan er waterlekkage optreden.
Tijdens koelen
• De luchtinlaat of -uitlaat van de buiten-unit is verstopt.
• Er blaast een krachtige wind voortdurend tegen de uitlaat van de buiten-unit.
Tijdens verwarmen
• Het lucht lter is verstopt met een grote hoeveelheid stof.
• De luchtinlaat of -uitlaat van de binnen-unit is verstopt.
Schakel de circuitonderbreker niet uit
• Laat, tijdens het seizoen dat de airconditioner werkt, de circuitonderbreker ingeschakeld staan, en
gebruik de toets ON / OFF van de afstandsbediening.
Let goed op de buiten-unit bij sneeuwval en vorst
• In gebieden waar veel sneeuw valt kunnen de luchtinlaat en -uitlaat van de buiten-unit vaak bedekt
worden door sneeuw of bevriezen. Als sneeuw of ijzel op de buiten-unit blijft liggen, kan dat tot gevolg
hebben dat het apparaat niet goed werkt of slecht verwarmt.
• Let in koude gebieden of de afvoerslang, deze moet het water heel goed afvoeren zodat er geen
bevriezing kan optreden. Als er water in de afvoerslang of in de buiten-unit bevriest kan dat leiden tot
bevriezing van het apparaat of slechte warmteprestaties.
– 40 –
Handleiding
40-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
