8 Configuratie
Er wordt over een geselecteerde tijdsinterval een gemiddelde
genomen van de buitentemperatuur.
#
Code
[A.6.4]
[1-0A]
Gemiddeldentimer buitentemperaturen:
▪ 0: Geen gemiddelde (standaard)
▪ 1: 12 uur
▪ 2: 24 uur
▪ 3: 48 uur
▪ 4: 72 uur
INFORMATIE
Als de energiespaarfunctie ingeschakeld is (zie [E-08]),
kan de gemiddelde buitentemperatuur alleen berekend
worden als de externe buitentemperatuursensor gebruikt
wordt.
Zie
"5.7
Een
opstellen" op
pagina 22.
De temperatuurafwijking via de externe
buitenomgevingstemperatuursensor
Alleen
van
toepassing
buitenomgevingstemperatuursensor
geconfigureerd.
U kunt de externe buitenomgevingstemperatuursensor ijken. Er kan
een afwijking op de thermistorwaarde ingegeven worden. De
instelling kan gebruikt worden om situatie te compenseren waarin de
externe buitenomgevingstemperatuursensor niet op de ideale plaats
(zie afbeelding) kan worden geplaatst.
#
Code
[A.6.5]
[2‑0B]
–5°C~5°C, stap: 0,5°C (standaard: 0°C)
Het gedwongen ontdooien
U kunt handmatig een ontdooien starten.
De beslissing om handmatig te ontdooien wordt genomen door de
buitenunit
en
hangt
af
warmtewisselaaromstandigheden.
gedwongen
ontdooien
aanvaard
gebruikersinterface verschijnen. Indien
verschijnt nadat het gedwongen ontdooien geactiveerd werd, heeft
de buitenunit het verzoek voor gedwongen ontdooien verworpen.
#
Code
[A.6.6]
Nvt
Wilt u een ontdooiproces starten?
Pompwerking
Wanneer de functie pompwerking gedeactiveerd is, wordt de pomp
stilgelegd als de buitentemperatuur hoger is dan de in [4-02]
ingestelde waarde of als de buitentemperatuur onder de in [F-01]
ingestelde waarde daalt. Wanneer de pompwerking geactiveerd is,
kan de pomp bij alle buitentemperaturen werken.
#
Code
Nvt
[F‑00]
Pompwerking:
▪ 0:
buitentemperatuur hoger is dan [4-02]
of lager is dan [F-01] afhankelijk van
de bedrijfsmodus van de verwarming/
koeling.
▪ 1:
buitentemperaturen.
Pompwerking tijdens abnormale debieten [F-09] bepaalt of de pomp
moet stoppen of verder mag werken wanneer het debiet abnormaal
is. Deze functie is alleen geldig in specifieke omstandigheden waarin
de pomp best blijft werken wanneer T
10 minuten werken en 10 minuten stilstaan). Daikin is NIET
aansprakelijk voor schade als gevolg van deze functie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
76
Beschrijving
externe
temperatuursensor
wanneer
een
externe
werd
geplaatst
en
Beschrijving
van
de
omgevings-
en
Wanneer
de
buitenunit
het
heeft,
zal
op
de
NIET binnen de 6 minuten
Beschrijving
Beschrijving
Uitgeschakeld
als
de
Mogelijk
voor
alle
<4°C (de pomp zal
a
#
Code
Nvt
[F‑09]
Pomp werkt verder als abnormaal
debiet:
▪ 0: Pomp wordt stilgelegd.
▪ 1: Pomp zal werken als T
(10 minuten AAN – 10 minuten UIT)
Pompsnelheidbeperking
Pompsnelheidbeperking [9‑0D] bepaalt de maximumsnelheid van de
pomp. In normale omstandigheden zou de standaardinstelling NIET
moeten worden gewijzigd. De pompsnelheidbeperking kan worden
genegeerd wanneer het debiet zich binnen het gebied van het
minimumdebiet bevindt (storing 7H).
#
Code
Nvt
[9‑0D]
Pompsnelheidbeperking
▪ 0: Geen beperking.
▪ 1~4: Algemene beperking. Er is een
beperking in alle omstandigheden. De
vereiste delta T regeling en comfort
worden NIET gegarandeerd.
▪ 5~8
wanneer geen stelmotoren. Wanneer
er niet wordt verwarmd of gekoeld is
de
toepassing.
verwarmd
pompsnelheid alleen door de delta T
bepaald in functie van de nodige
capaciteit. Met dit beperkingsgebied is
delta T mogelijk en wordt het comfort
gegarandeerd.
De maximumwaarden hangen af van het unittype:
[9-0D]=0
a (kPa)
b (l/min)
[9-0D]=6
a (kPa)
b (l/min)
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVH/X11+16S18+26CB
Beschrijving
<4°C
a
Beschrijving
(standaard:
6):
Beperking
pompsnelheidbeperking
Wanneer
er
wordt
of
gekoeld
wordt
[9-0D]=5
a (kPa)
b (l/min)
[9-0D]=7
a (kPa)
b (l/min)
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384975-1C – 2018.02
van
de