6.4.3
Het watervolume en waterdebiet
controleren
De binnenunit heeft een expansievat van 10 liter met een vooraf
ingestelde voordruk van 1 bar.
Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:
▪ controleer het minimum en het maximum watervolume.
▪ U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
Minimum watervolume
Controleer of het totale watervolume in de installatie minimum
20 liter bedraagt, waarbij het watervolume in de binnenunit NIET
inbegrepen is.
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
koelingslus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
a
b
c
d
f
T1
M1
e
f
FHL1
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Pomp
f
Afsluiter
g
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
h
Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
T1...3
Individuele kamerthermostaat (optioneel)
M1...3
Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus
FHL1...3 (ter plaatse te voorzien)
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de
berekende voordruk te bepalen.
a
2.5
2
1.5
1
0.5
0.3
0 20
50
100
150
200
a
Voordruk (bar)
b
Maximum watervolume (l)
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het
expansievat
ERHQ+ERLQ011~016 + EHVH/X11+16S18+26CB
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P384975-1C – 2018.02
in
elke
ruimteverwarming-/
g
h
T2
T3
M2
M3
FHL2
FHL3
b
250
300
350
400
450
Hoogteversc
hil
≤280 l
(a)
installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪ Verhoog de voordruk
volgens het vereiste
hoogteverschil van de
installatie. De voordruk
moet
met
verhoogd worden voor
elke meter boven 7 m.
▪ Controleer
watervolume
groter
is
maximum toegestaan
watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op
het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt de
installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming)
in
de
installatie
omstandigheden.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/back-upverwarming
04+08 modellen
11+16 modellen
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op
pagina 81.
6.4.4
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Voorbereiding
Watervolume
>280 l
Doe het volgende:
▪ Verlaag de voordruk
volgens het vereiste
hoogteverschil van de
installatie. De voordruk
moet
met
0,1 bar
verlaagd worden voor
elke meter onder 7 m.
▪ Controleer
of
watervolume
NIET
groter
is
dan
maximum
toegestaan
watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor
de installatie. In dit geval
wordt er geadviseerd om
een extra vat buiten de
unit te installeren.
0,1 bar
of
het
NIET
dan
het
gegarandeerd
is
in
in
alle
of
bepaalde
12 l/min
15 l/min
"9.4 Checklist
het
het
alle
27