7
Configuratie
7.1
Lokale instellingen
Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen
met de echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Plafondhoogte
▪ Design sierpaneel (indien van toepassing)
▪ Luchtuitblaasrichting
▪ Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪ Tijd om filter te reinigen
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de
vloer, capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
▪ Voor een 3-wegs en 4-wegs luchtuitblaas (waarvoor een optionele
afsluitplaatkit vereist is), zie de montagehandleiding van de
optionele afsluitplaatkit.
▪ Zie de tabel hieronder voor luchtuitblaas in alle richtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
FCAHG71
FCAHG100~140
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,2<x≤3,6
3,0<x≤3,5
3,6<x≤4,2
Instelling: Type sierpaneel
Controleer bij de installatie of bij het vervangen door een ander type
sierpaneel ALTIJD of de juiste waarden zijn ingesteld.
Als het ... sierpaneel is gebruikt
Standaard of zelfreinigend
Design
Instelling: Luchtuitblaasrichting
Deze instelling moet overeenstemmen met de echt gebruikte
luchtuitblaasrichtingen. Raadpleeg de montagehandleiding van de
optionele
afsluitplaatkit
en
gebruikersinterface.
Standaard: 01 (= luchtuitblaas in alle richtingen)
Voorbeeld:
a
b
3
3
2
4
2
4
1
1
a
Luchtuitblaas in alle richtingen
b
4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open, 2 hoeken
gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
▪ M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
▪ C1: Eerste codenummer
▪ C2: Tweede codenummer
▪
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
▪ LL: Lage ventilatorsnelheid
▪ Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de
gebruikersinterface ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
▪ Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met lage ventilatorsnelheid (1) of instelvolume
(2) om de kamertemperatuur te detecteren.
FCAHG71~140HVEB
Split-systeemairconditioners
4P561449-1 – 2018.12
1
Dan
M
C1
C2
≤3,2
13 (23)
0
01
02
03
1
Dan
M
C1
C2
13
15
01
(23)
02
de
handleiding
van
c
3
2
1
c
3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten, alle hoeken
open) (optionele afsluitplaatkit vereist)
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt
Algemeen
Tijdens koelen
LL
Instelvolume
Tijdens verwarmen LL
Instelvolume
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding TIME TO CLEAN
AIR
FILTER
(tijd
gebruikersinterface verschijnt. Bij gebruik van een draadloze
gebruikersinterface moet u ook het adres instellen (zie de
montagehandleiding van de gebruikersinterface).
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Geen aanduiding
Individuele instelling in een simultaan werkend systeem
We raden aan de slave-unit in te stellen met de optionele
gebruikersinterface.
Voer de volgende stappen uit:
2 Verander het tweede codenummer in 02 voor een individuele
instelling op de slave-unit.
Als u de slave-unit wil instellen als...
de
Groepsinstelling
Individuele instelling
3 Voer de lokale instelling uit voor de master-unit.
4 Zet de hoofdschakelaar uit.
5 Maak de gebruikersinterface los van de master-unit en sluit ze
aan op de slave-unit.
6 Verander naar individuele instelling.
7 Voer de lokale instelling uit voor de slave-unit.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
Buitenunit
M
3MXM, 4MXM,
5MXM
2
12
(22)
2
2
2
Monitoring 1
12
(22)
2
2
Monitoring 2
om
het
luchtfilter
te
reinigen)
M
10 (20)
M
21(11)
1
Dan
C1
C2
6
01
02
3
01
02
op
de
1
Dan
C1
C2
0
01
02
3
02
1
Dan
C1
C2
01
01
02
19