Inhoudsopgave
Advertenties
Oplossen van storingen
In geval van storing moet eerst
worden gecontroleerd of alle
basisvoorwaarden voor een normale
werking vervuld zijn.
• Is er spanning?
• Is er gasdruk? Draaien de
ventilatoren?
• Is alle regelapparatuur correct
ingesteld?
Storing
Symboo
De brander staat stil op het
programmasymbool Geen start
Gasdruk normaal
Brander op Storing
programmasymbool
Programmasymbool "P"
P
De motor start niet. De schakelaar staat
in ruststand
De motor start niet. De schakelaar staat
in werkingsstand
De motor start
n
Programmasymbool
Programmasymbool "1"
1
Geen ontsteking
De ventielen gaan niet open
Vlamkop
De vlam verschijnt, maar pulseert en
dooft (het vlambewakingssignaal is te
zwak)
De brander blijft staan op voorbeluchting
1
zonder vlam
s
programmasymbool
of
t
Programmasymbool
Andere storingen
Uitschakelen na storing op welk moment
dan ook, zonder programmasymbool
Nieuwe poging tot starten van de
branderautomaat zonder uitschakelen
tengevolge van storing.
• Bevinden de schakelaars op het
bedienpaneel zich in de correcte stand?
Als na deze controle de storing niet
verholpen is, de instelling van het
programma van de branderautomaat
controleren.
Zekeringen mogen niet worden
gerepareerd, maar moeten worden
vervangen.
Oorzaak
Onvoldoende gasdruk
Gaspressostaat defect of ingesteld met
een foutieve mininumwaarde.
Luchtpressostaat geblokkeerd in
werkingsstand
Een ander licht bij het afsluiten van de
regelapparatuur
De luchtpressostaat is defect.
De beveiliging is geactiveerd
(uitgeschakeld).
De schakelaar is defect. De bedrading tussen
de schakelaar en de motor is niet in orde.
Motor defect.
De luchtpressostaat is defect of verkeerd
ingesteld
Storing van het vlambewakingscircuit
De ontstekingselektroden zijn kortgesloten
Ontstekingskabel defect
Ontstekingstransformator defect
Branderautomaat defect
Elektrische verbinding verbroken
De magneetspoel(en) zijn kortgesloten.
Het ventiel of de proportionele regelaar
zitten mechanisch klem
De Vlamkop is slecht ingesteld te veel
lucht of gas
De servomotor is defect
De luchtklem zit mechanisch klem
Mechanische koppeling defect
Ander licht bij de start
De gaspressostaat is ontregeld of defect.
9902 / 13 005 097B
Gebruik originele vervangonderdelen.
Na iedere ingreep.
• De waarden van de rookgassen
controleren.
• De gemeten waarden op de
overeenkomstige formulieren
optekenen.
Oplossing
Gasaansluitdruk instellen.
Gasfilter reinigen
Gasdrukpressostaat controleren,
instellen of vervangen.
Luchtpressostaat vervangen.
Controleer de lekdichtheid van
de gasventielen.
Programmeer nabeluchting.
Vervang de luchtpressostaat.
Ontgrendel de beveiligingen,
regel ze bij of vervang ze.
De schakelaar vervangen.
De bedrading controleren
Motor vervangen.
De luchtpressostaat bijregelen of
vervangen.
De vlambewaker reinigen.
De branderautomaat vervangen.
Elektroden instellen of vervangen.
Ontstekingskabel vervangen
Ontstekingstranformator vervangen
Branderautomaat vervangen
Bedrading tussen de
branderautomaat servoaandrijvingen
en proportionele regelaar controleren
De magneetspoel(en) vervangen het
ventiel of de regelaar vervangen.
De vlamkop juist instellen.
De luchtkap en het luchtdebiet
juist instellen.
De servomotor instellen of
vervangen
De luchtklem losmaken
De koppeling controleren of
vervangen
Branderautomaat vervangen
De gaspressostaat bijregelen of
vervangen.
22
Advertenties
Inhoudsopgave
