10 Onderhoud
Afb.62
Reiniging van de condensbak
2
1
3
Afb.63
Reiniging sifon
1
3
5
10.4
Specifieke onderhoudswerkzaamheden
72
AD-0001186-02
2
4
6
7
AD-4100152-01
10.3.10 Reiniging van de condensbak
1. Verwijder de luchtinlaatdemper.
2. Neem de afdichtingsdop van de condensbak los.
3. Spoel de condensbak grondig door met een zo groot mogelijke
waterstroom.
Waarschuwing
Voorkom tijdens het doorspoelen dat er water in de ketel komt.
4. Haal de siliconenslang van de luchtdrukverschilschakelaar los van de
aansluitnippel op de condensbak.
5. Maak de doorgang van de aansluitnippel goed schoon (doorblazen of
doorprikken).
6. Sluit de siliconenslang weer aan.
7. Plaats de luchtinlaatdemper en de afdichtingsdop van de condensbak
weer terug.
10.3.11 Reiniging van de sifon
1. Trek de vergrendelingsschuif van de sifon naar achteren.
2. Trek de sifon en sifonslag voorzichtig naar beneden.
3. Reinig de sifon met water.
4. Vul de sifon met water tot aan de markeringsstreep.
5. Druk de sifon stevig in de daarvoor bestemde opening
klep onder de ketel en monteer de sifonslang.
6. Duw de vergrendelingsschuif van de sifon naar voren.
7. Controleer of de sifon stevig vastzit in de ketel.
Gevaar
De sifon moet altijd voldoende gevuld zijn met water. Dit voorkomt
dat er rookgassen in het vertrek komen
Verricht de specifieke onderhoudswerkzaamheden als dat na de
standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden nodig blijkt te zijn.
Ga voor de specifieke onderhoudswerkzaamheden als volgt te werk:
achter de
7621950 - v.08 - 29112018