Advertenties
Bij het rijden met aanhangwagen dient rekening te worden gehouden met de
desbetreffende
aanwijzingen in het instructieboek van de voertuigfabrikant.
De aanhangwagens moeten van een passende trekkogelkoppeling voorzien zijn.
Indien op grond van de montage van de koppelingsconsole het sleepoog verwijderd
moet worden,
dient de koppelingsconsole als vervanger hiervan mits het toegestane getrokken
gewicht niet
overschreden wordt en het voertuig over de openbare verkeersweg gesleept wordt.
NL
36
Zie onderstaande tekening voor het koppelingsgebied van een kogeltrekhaak met
houder of een
automatische penkoppeling.
Tek. 1:
In de bovenste en middelste positie van de traverse kunnen volgende
montageplaten gemonteerd
worden: 321 168; 321 169; 329 032; 329 042; 329 049; 329 050; 329 057 (niet in
combinatie met
het wisselsysteem); 329 059; 329 060 en 329 061, 329 062.
In de onderste positie van de traverse kunnen volgende montageplaten gemonteerd
worden:
321 168; 329 032; 329 036; 329 049; 329 050; 329 057 (niet in combinatie met het
wisselsysteem); 329 059; 329 060 en 329 061, 329 062.
Voor de montageplaten 321 168; 321 169; 329 042; 329 050; 329 057; 329 059 en
329 061,
329 062 moeten zeskantbouten M 10 x 35 gebruikt worden.
Voor de montageplaten 329 032; 329 060 en 329 049 moeten zeskantbouten M 10 x
50 gebruikt
worden.
Voor de montageplaten 329 036 en 329 050 moeten zeskantbouten M 10 x 65
gebruikt worden.
Opmerking: De bovenvermelde montageplaten hebben verschillende D-waarden!
Voor zover in de montageïnstructies voor bovengenoemde montageplaten
Advertenties
