Algemene info
Algemeen
Algemeen
Te gebruiken voor
De AQUATOP T is warmtepomp die
uitsluitend kan verwarmen. Passieve
koeling kan buiten de warmtepomp
wel door de regeling geregeld
worden. Door middel van de
omkeerbare warmtepomp uit de
familie AQUATOP T..HR is ook een
actieve koeling mogelijk. Met
inachtneming van de gebruiksvoor-
waarden, kan de warmtepomp in
nieuw gebouwde of in bestaande
verwarmingsinstallaties worden
geplaatst.
Opstelling
De warmtepompen kunnen zonder
sokkel op een vlak, solide, glad en
horizontaal oppervlak worden
opgesteld. De opstellingsplaats moet
droog en vorstvrij zijn. Ruimtes met
een hoge luchtvochtigheid, zoals bijv.
waskeukens, zijn slechts onder
bepaalde omstandigheden geschikt.
Men moet zich bij alle apparatuur
voor onderhouds- en
bedieningswerkzaamheden houden
aan de minimumafstanden.
Werkwijze van de Brijn-Water/
Water-Water warmtepomp
verwarmingsfunctie
De warmtepomp zet de in de bodem
aanwezige warmte met een lage
temperatuur om in warmte met een
hogere temperatuur. Daarvoor wordt
de, via een warmtewisselaar, door de
grond geleide brijn of grondwater via
een pomp naar de verdamper
gevoerd. In de verdamper bevindt
zich het vloeibare koudemiddel, dat
bij lage temperatuur en lage druk
kookt en verdampt. De daarvoor
nodige verdampingswarmte wordt
aan de brijn/het grondwater
onttrokken en de afgekoelde vloeistof
wordt weer aan de bodem(warmte-
wisselaar) toegevoerd.
Het verdampte koudemiddel wordt
door de compressor aangezogen en
gecomprimeerd zodat de druk hoger
wordt. Het verdichte, gasvormige
koudemiddel wordt naar de
condensor gevoerd, waar het bij hoge
druk en hoge temperatuur
condenseert. De condensatiewarmte
wordt op het verwarmingswater
overgebracht, waarvan de
temperatuur stijgt.
De op het verwarmingswater
overgebrachte energie is gelijk aan
de energie die daarvoor uit de bodem
werd onttrokken plus de geringe
hoeveelheid elektrische energie, die
voor de compressie van het
koudemiddel nodig is.
Passief koelen
Aan een behaaglijk binnenklimaat,
ook in de zomer, hecht men vooral in
de nieuwbouw steeds meer waarde.
Dit kan met passieve koeling, waarbij
het teveel aan ruimtewarmte via een
warmtewisselaar direct aan de
bodemwarmtewisselaar of het
grondwater wordt afgegeven,
worden verbeterd.
Het koudecircuit van de warmtepomp
wordt voor dit soort koeling niet
gebruikt. Het koelvermogen wordt
alleen door de warmte-uitwisseling
tussen warmtebron en afgiftesysteem
bereikt, dank zij een extra
ingebouwde warmtewisselaar (TSA).
Daarbij zijn de bronpomp en de
afgiftecirculatiepomp in bedrijf.
Passieve koeling dient buiten de
warmtepomp aangelegd te worden
door de installateur.
Actief koelen d.m.v. AQUATOP
T..HR
Een stabieler koelvermogen
daarentegen wordt door actieve
koeling bereikt, met de omkeerbare
warmtepompen AQUATOP T..HR in
combinatie met een voor warmte en
koude geschikte afgiftesysteem
(bijv. fancoil). In tegenstelling tot
passieve koeling is bij het actieve
koelen de compressor van de
warmtepomp wel in bedrijf (omkeren
van het koudecircuit). Daarbij vindt bij
het koelen een procesomkering
plaats. In dit geval wordt de
warmteafgiftekant (condensor) de
warmteopnamekant (verdamper) en
vice versa. De warmtepomp
functioneert in deze fase als een
koelmachine. De koel- en
verwarmingsfunctie kunnen niet
gelijktijdig plaats vinden. Opdat de
warmtepomp niet teveel aan- en
uitschakelingen bij het bereiden van
warmwater hoeft te verwerken, is in
ieder geval het gebruik van een koud
buffervat aan te bevelen. Al naar
gelang het installatieconcept kan het
buffervat voor verwarmen ook voor
koeling worden gebruikt.
Cascade
Dankzij de nieuwe warmtepomp-
controller LOGON B WP61 kunnen
meer warmtetoestellen van een
installatie samen werken en in
cascade worden gebruikt. Cascade
met tot 4 warmtepompen, uitgerust
met de controller LOGON B WP61,
zijn zonder problemen uitvoerbaar.
Bij cascadegebruik van een installatie
schakelen, afhankelijk van de actuele
energiebehoefte, de warmtetoestellen
aan of uit: wanneer met de huidige in
gebruik zijnde warmtepomp de
vereiste energiebehoefte na een
bepaalde tijd niet wordt bereikt,
schakelt nog een warmtepomp/
warmtetoestel in.
Energiebesparende toepassing
van de warmtepompverwar-
ming
Door uw besluit te kiezen voor een
warmtepompverwarming, hebt u een
bijdrage geleverd aan de milieu-
bescherming door geringe emissies
en een lager primair energiegebruik.
Om uw verwarmingssysteem ook
efficiënt te laten werken, dient u op
volgende punten te letten:
De warmtepompverwarmingsinstal-
latie moet zorgvuldig gedimen-
sioneerd en geïnstalleerd worden.
Vermijd onnodige hoge instel-
temperaturen. Hoe lager de instel
temperatuur aan de warmwaterkant
is, des te efficiënter werkt de warmte-
pomp. Let op een correcte
aangepaste instelling van de regeling
noodzakelijk.
Geef de voorkeur aan spuiventilatie.
Ten opzichte van constant gekantelde
ramen reduceert deze manier van
ventileren het energieverbruik.
5