Navigeren naar een bestemming
1 Selecteer FIND.
2 Selecteer een categorie.
3 Selecteer een bestemming.
4 Selecteer Ga naar.
De route wordt als een magenta lijn op de kaart weergegeven.
5 Navigeer met de kaart
pagina
15).
Stoppen met navigeren
Selecteer NAV > Navigatie stoppen.
Een locatie op naam zoeken
1 Selecteer FIND > Waypoints.
2 Selecteer MENU > Zoek op naam.
De locaties worden alfabetisch op naam gesorteerd.
Een locatie in de buurt van een andere locatie zoeken
1 Selecteer FIND > MENU > Nabij andere.
2 Gebruik de pijlknoppen om de kaartaanwijzer te verplaatsen naar een nieuwe locatie.
3 Selecteer Gebruik.
Navigeren met het kompas
Tijdens het navigeren naar een bestemming wijst
verplaatst.
1 Start de navigatie naar een bestemming
2 Selecteer PAGE om het kompas te openen.
3 Blijf draaien tot
naar de bovenkant van het kompas wijst en volg die richting om naar uw bestemming te
gaan.
Het kompas kalibreren
OPMERKING: Het elektronische kompas moet buitenshuis worden gekalibreerd. Zorg dat u zich niet in de buurt
van objecten bevindt die invloed op magnetische velden hebben, zoals auto's, gebouwen en elektriciteitskabels.
Het toestel is voorzien van een elektronisch kompas met drie assen. Kalibreer het kompas nadat u lange
afstanden hebt afgelegd, als u de batterijen hebt vervangen of in geval van temperatuurschommelingen.
1 Selecteer op de kompaspagina MENU.
2 Selecteer Kalibreer kompas > Start.
3 Volg de instructies op het scherm.
Navigatie
(Navigeren met de kaart, pagina
(Navigeren naar een bestemming, pagina
16) of met het kompas
naar uw bestemming, ongeacht in welke richting u zich
(Navigeren met het kompas,
15).
15