Pagina 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Een omweg maken......12 en het volume aanpassen...... 5 Uw route plannen......12 Productupdates........6 Sporen........... 12 Garmin Express instellen....6 Een spoor vastleggen....... 13 Het actieve spoor weergeven...13 Connected functies......6 Het actieve spoor opslaan....13 Vereisten voor connected functies..6 Het actieve spoor wissen....
Pagina 4
Optionele fitnessaccessoires....27 De barometrische hoogtemeter Uw ANT+ sensors koppelen..... 27 kalibreren........... 17 Tips voor het koppelen van ANT+ Tripcomputer........17 accessoires met uw Garmin De tripcomputer opnieuw instellen.. 18 toestel..........27 Snelwegpagina........18 Gegevensbeheer........27 Bestandstypen........28 BirdsEye satellietbeelden....18 Een geheugenkaart installeren..28...
Inleiding WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Overzicht van het toestel D-ring van de batterijklep microSD kaartsleuf (onder de batterijklep) MCX-poort voor de externe GPS-antenne (onder de beschermkap) Mini-USB-poort (onder beschermkap) Voedingsconnector voor aangesloten accessoires Inleiding...
Knoppen Hiermee kunt u in- of uitzoomen op de kaartpagina. Hiermee kunt u opeenvolgend door de hoofdpagina’s bladeren en terugkeren naar de startpagina. PAGE Houd de knop ingedrukt om te schakelen tussen autokaart- en zeekaartmodus. Hiermee kunt u terugbladeren door de hoofdpagina’s, terugkeren naar de vorige waarde in het gege QUIT vensinvoerveld of een functie annuleren.
Hoofdpagina's U kunt PAGE selecteren om te bladeren door de hoofdpagina’s of PAGE ingedrukt houden om te schakelen tussen autokaart- en zeekaartmodus. De gebruiksmodus bepaalt welke hoofdpagina’s worden weergegeven. Zeekaartmodus: Standaard worden in zeekaartmodus vijf hoofdpagina’s weergegeven: Kaart, kompas, snelweg, actieve route en positiegegevens. U kunt de hoogtemeterpagina inschakelen in de scherminstellingen (Scherminstellingen, pagina 24).
AA-batterijen plaatsen In plaats van het batterijpak (Het batterijpak plaatsen, pagina 4) kunt u alkaline-, NiMH- of lithiumbatterijen (AA) gebruiken. Dat is handig wanneer u onderweg bent en niet in staat bent het batterijpak op te laden. Gebruik NiMH- of lithiumbatterijen voor het beste resultaat. 1 Draai de D-ring tegen de klok in en trek deze omhoog om de klep te verwijderen.
® . Pogingen om een batterij op te laden die niet is geleverd door Garmin, kan schade toebrengen aan het toestel en de garantie doen vervallen. Voordat u de rechte connector van de USB-kabel op uw toestel kunt aansluiten, moet u mogelijk optionele bevestingingsaccessoires verwijderen.
2 Ga naar www.garmin.com/express. 3 Volg de instructies op het scherm. Connected functies Connected functies zijn beschikbaar voor uw GPSMAP 276Cx toestel als u het toestel verbindt met een compatibele smartphone via Bluetooth ® technologie en de Garmin Connect app installeert op uw verbonden smartphone.
2 U kunt de Garmin Connect app via de app store op uw telefoon installeren en openen. 3 Volg de instructies op het scherm om een account te maken met uw e-mailadres en uw GPSMAP 276Cx toestel te koppelen met uw account.
Satellietsignalen ontvangen Voordat u GPS-navigatiefuncties kunt gebruiken, moet u satellietsignalen ontvangen. Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt.
GLONASS en WAAS inschakelen U kunt Global Navigation Satellite System (GLONASS), een Russisch satellietsysteem, inschakelen om meer satellieten te ontvangen. Als het systeem wordt gebruikt in omgevingen met slecht hemelzicht, zoals buurten met hoge gebouwen, kan deze configuratie worden gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere positie- informatie te leveren.
Naar een via-punt navigeren 1 Selecteer FIND > Waypoints. 2 Selecteer een via-punt. 3 Selecteer Ga naar. De nauwkeurigheid van een via-puntlocatie verbeteren U kunt de locatie van een via-punt verfijnen voor een nauwkeurigere weergave. Bij het middelen voert het toestel verschillende metingen op dezelfde locatie uit en gebruikt de gemiddelde waarde voor een nauwkeurigere meting.
Een route maken 1 Selecteer Route > Route maken in het hoofdmenu. 2 Selecteer een lege regel. 3 Selecteer een categorie. 4 Selecteer het eerste punt in de route. 5 Selecteer OK. 6 Herhaal dit voor alle punten in de route. Een route activeren U kunt een route activeren om met navigeren te starten.
Een opgeslagen route navigeren 1 Selecteer NAV > Navigeer route. 2 Selecteer een route. De actieve route weergeven 1 Selecteer tijdens het navigeren van een route in het hoofdmenu Route > Actief. 2 Selecteer een punt in de route. 3 Selecteer Kaart om de route op de kaart weer te geven. Stoppen met navigeren Selecteer NAV >...
Een spoor vastleggen Als het toestel is ingeschakeld en een GPS-signaal ontvangt, wordt standaard automatisch een spoorlog vastgelegd. U kunt het opnemen van een spoor handmatig pauzeren en starten. 1 Ga op pad om een spoor te laten vastleggen. 2 Selecteer in het hoofdmenu Spoor > Actief. 3 Selecteer een optie: •...
Het aantal gearchiveerde sporen dat u kunt opslaan wordt alleen beperkt door de grootte van uw station. U kunt gearchiveerde sporen van uw toestel overbrengen naar uw computer om ze daarop op te slaan en te bekijken via de Garmin BaseCamp app.
Navigeren naar een bestemming 1 Selecteer FIND. 2 Selecteer een categorie. 3 Selecteer een bestemming. 4 Selecteer Ga naar. De route wordt als een magenta lijn op de kaart weergegeven. 5 Navigeer met de kaart (Navigeren met de kaart, pagina 16) of met het kompas (Navigeren met het kompas, pagina...
Koerswijzer OPMERKING: De instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde modus. De koerswijzer komt het beste van pas als u in een rechte lijn naar uw bestemming navigeert. Hiermee kunt u terug navigeren naar de koerslijn als u van de koers afwijkt om obstakels of hindernissen te vermijden. Als u de koerswijzer wilt inschakelen, selecteert u in het kompas MENU >...
Punten vermijden op de route U kunt instellen dat u bepaalde wegkenmerken wilt vermijden, zoals tolwegen, onverharde wegen of smalle weggetjes. 1 Selecteer Stel in > Routebepaling > Stel te vermijden in. 2 Selecteer de obstakels die u niet op uw routes wilt tegenkomen. Een Man-over-boord-locatie markeren en de navigatie ernaartoe starten U moet de Gebruiksmodus instellen op Maritiem om de man-over-boord functie te gebruiken.
U kunt de indeling van de pagina en de gegevensvelden aanpassen. BirdsEye satellietbeelden U kunt satellietbeelden downloaden en weergeven op uw toestel met de Garmin BaseCamp software en een BirdsEye Imagery abonnement. Ga naar garmin.com/birdseye...
U kunt terugkeren naar de huidige dag door MENU > Gebruik huidige datum te selecteren. Huidige weersomstandigheden en -verwachtingen weergeven Om de huidige weersverwachting weer te geven, moet u uw toestel koppelen met een smartphone via Garmin Connect (Een smartphone met uw toestel koppelen, pagina Als u weerradarinformatie wilt weergeven, moet uw toestel over een internetverbinding beschikken.
Het toestel aanpassen De gegevensvelden aanpassen Voordat u de gegevensvelden kunt aanpassen, moet u een pagina-indeling met gegevensvelden selecteren pagina-indeling aanpassen, pagina 20). U kunt aanpassen welke gegevensvelden op elke hoofdpagina worden weergegeven. 1 Selecteer een pagina. 2 Selecteer MENU > Wijzig gegevensvelden. 3 Selecteer het te vervangen gegevensveld.
Selecteer op de kaartpagina MENU > Kaartinstellingen > Maritiem. OPMERKING: Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar als u optionele kaarten koopt. Ga voor meer informatie naar maps.garmin.com/marine. Diensten en faciliteiten: Toont locaties voor watersportdiensten op de kaart. Dieptepeilingen: Hiermee worden dieptemetingen op de kaart ingeschakeld.
Kompasinstellingen Selecteer op het kompas MENU. Stel pagina-indeling in: Hiermee kunt u de pagina-indeling wijzigen (De pagina-indeling aanpassen, pagina 20). Toon CDI: Toont de koerswijzer (Koerswijzer, pagina 16). Toon bug-indicator: Toont een voorliggende-koersindicator die naar uw doel wijst op uw gegevenspagina's wanneer u in de watersportmodus navigeert.
Seriële interface-instellingen Selecteer Stel in > Systeem > Interface. Garmin Spanner: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel gebruiken voor de meeste NMEA 0183-conforme kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken. Garmin serieel: Hiermee wordt het toestel ingesteld om een eigen standaard van Garmin te gebruiken voor uitwisseling van gegevens over via-punten, routes en sporen met een computer.
Scherminstellingen Selecteer in het hoofdmenu Stel in > Scherm. Kleurmodus: Hiermee stelt u de dag- of nachtkleurmodus in. Als u de optie Automatisch selecteert, schakelt het toestel automatisch over naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag. Batterijbesparing: Hiermee bespaart u batterijstroom en verlengt u de gebruiksduur van de batterij door het scherm uit te schakelen wanneer de schermverlichting uitgaat.
Met de optie Activiteiten (FIT) wordt uw activiteit vastgelegd met fitnessinformatie die is toegesneden op de Garmin Connect app en voor navigatie kan worden gebruikt. Met de optie Sporen (GPX/FIT) wordt uw activiteit vastgelegd als een traditioneel spoor dat op de kaart kan worden bekeken en kan worden gebruikt voor navigatie, en als een activiteit met fitnessinformatie.
Timerinstellingen Selecteer in het hoofdmenu Stel in > Timer. Gebruiker: Hiermee kunt u instellen dat de timer normaal telt of aftelt. U kunt de timer ook herstellen en uitschakelen. U kunt een tijd invoeren voor normaal tellen of aftellen. Maritiem: Hiermee stelt u in dat de timer wordt weergegeven op de kompaspagina in Maritiem modus. Tijdinstellingen Selecteer Stel in >...
• Controleer of het ANT+ accessoire compatibel is met uw Garmin toestel. • Voordat u het ANT+ accessoire met uw Garmin toestel koppelt, dient u een afstand van 10 m (32,9 voet) ten opzichte van andere ANT+ accessoires in acht te nemen.
™ . Ga naar www.garmin.com/trip_planning. • GPX-route-, spoor- en via-puntbestanden. • GPX-geocachebestanden . • JPEG-afbeeldingsbestanden. • GPI-bestanden met eigen nuttige punten van de Garmin POI Loader. Ga naar www.garmin.com/products /poiloader. • FIT-bestanden voor export naar Garmin Connect. Een geheugenkaart installeren U kunt een microSD ®...
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd. 1 Open het Garmin station of volume. 2 Open zo nodig een map of volume.
Draadloze frequentie 2,4 GHz bij 0 dBm nominaal Kompasveilige afstand 30 cm (11,8 in.) Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. Toestelinformatie...