9 Live weergave-/wisknop (K/L)
Hiermee wordt de Live weergave getoond. (p.25)
Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen
te verwijderen. (p.33)
0 Weergaveknop (3)
Hiermee schakelt u over naar de weergavestand. (p.33)
Druk de knop nogmaals in om over te gaan naar de
opnamestand.
a MENU-knop (F)
Hiermee kunt u een menu weergeven. Druk, terwijl het
menu getoond wordt, op deze knop om terug te keren
naar het vorige scherm. (p.11)
b INFO-knop (G)
Hiermee wijzigt u de weergavestijl op de monitor. (p.6, p.8)
c E-knop (V)
Hiermee wijzigt u de waarden voor camera-instellingen
zoals de belichting (p.28)
U kunt andere menutabbladen kiezen wanneer een
menuscherm wordt getoond. (p.11)
U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer het
bedieningspaneel wordt getoond. (p.10)
Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname te
vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer te geven.
(p.33)
d AF/AE Lock-knop (f)
Om de scherpstelling aan te passen, in plaats van 0
tot halfverwege in te drukken, en om de belichtingswaarde
te vergrendelen vóór de opnamen.
e Vierwegbesturing (ABCD)
Hiermee geeft u het instellingenmenu weer van de
Gevoeligheid, Witbalans, Flitsstand of Bedrijfsstand. (p.10)
Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven,
verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item
dat u instelt.
Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand
om het weergavestandpalet weer te geven. (p.34)
f OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of een menu
op deze knop om het geselecteerde item te bevestigen.
Druk deze knop in wanneer [Actief AF-gebied] is ingesteld
op E of 8 of wanneer [Contrast-AF] is ingesteld op g of
h om het scherpstelgebied te wijzigen.
Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, begint de lamp
blauw te branden. Wanneer het scherpstelgebied wordt
gewijzigd, gaat de lamp uit.
g Functiekiezer
Hiermee wordt de opnamestand gewijzigd. (p.24)
Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, begint de lamp wit
te branden en gaat het pictogram van de ingestelde
opnamestand groen branden.
Over de indicatielampjes
De hoofdschakelaarlamp, greeplampen, functiekiezerlamp
en E-lamp gaan uit in de volgende situaties.
• Vanaf het moment dat 0 tot halverwege wordt
ingedrukt tot het einde van de opnamen
• Wanneer f wordt ingedrukt
• In de weergavestand
• Bij de weergave van een menu
• Tijdens Auto Uitsch
U kunt de lampinstellingen instellen in [Indicatielampjes] van
het menu D3. (p.17)
Over de vierwegbesturing
In deze handleiding wordt elke knop
van de vierwegbesturing aangegeven
zoals weergegeven in de afbeelding
rechts.
5