De batterij opladen
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Batterijlader
3
Zorg ervoor dat de markering
A op de batterij naar boven
is gericht en plaats de batterij
in de batterijlader.
Steek de batterij met één kant in
de batterlijlader en duw hem
vervolgens op zijn plaats.
Het indicatielampje brandt tijdens
het opladen en gaat uit als de
batterij volledig is opgeladen.
(Maximale oplaadtijd bij benadering: 240 minuten)
Indicatielampje
Netsnoer
De batterij en geheugenkaart aanbrengen/
verwijderen
1
Open de klep van de batterij/
geheugenkaart.
Verschuif de ontgrendelknop (1)
van de batterij/geheugenkaart
vooraleer u de klep opent.
2
Zorg ervoor dat de markering
A op de batterij naar het
objectief is gericht en klik
de batterij vast.
Als u de batterij wilt verwijderen,
duwt u de batterijvergrendelknop
in de richting van (2).
3
Breng de kaart volledig naar
binnen in de geheugen-
kaartsleuf, met het etiket
van de geheugenkaart
naar de monitor gericht.
Duw de geheugenkaart erin en
laat los om ze te verwijderen.
1
2
21