– Als u in de buurt van een weg werkt of deze
oversteekt, moet u altijd voorrang verlenen.
– Gebruik de serviceremmen als u een helling
afdaalt, om de snelheid laag te houden en de
machine onder controle te houden.
• De maaidekken moeten worden opgeheven als u van
het ene werkgebied naar het andere rijdt.
• Raak de motor, de geluiddemper of de uitlaatpijp niet
aan als de motor loopt of direct nadat u deze heeft
afgezet. Deze kunnen heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
• Als de motor afslaat of de machine vaart verliest en
de top van een helling niet haalt, mag u de machine
nooit keren. U moet dan altijd langzaam in een
rechte lijn achterwaarts de helling af rijden.
• Als er onverwachts een persoon of huisdier in of
in de buurt van het maaigebied verschijnt, moet
u stoppen met maaien. Onvoorzichtig gebruik
in combinatie met de hoeken van het terrein,
afkaatsingen en verkeerd geplaatste schermen
kunnen leiden tot letsel als gevolg van uitgeworpen
voorwerpen. Ga pas verder met maaien als er niets
of niemand meer in het maaigebied is.
Onderhoud en opslag
• Zorg ervoor dat alle aansluitstukken van de
hydraulische leidingen vastzitten en alle hydraulische
slangen en leidingen in goede staat verkeren voordat
u druk zet op het hydraulische systeem.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine
lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk
hydraulische vloeistof ontsnapt. U kunt lekken in
het hydraulische systeem opsporen met behulp van
karton of papier. Doe dit niet met uw handen.
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan voldoende kracht hebben om door de huid
heen te dringen, en letsel veroorzaken. Waarschuw
onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is
geïnjecteerd in de huid.
• Alvorens het hydraulische systeem los te koppelen of
werkzaamheden daaraan te verrichten, moet u alle
druk in het systeem opheffen. Dit doet u door de
motor af te zetten en de maaidekken en werktuigen
neer te laten op de grond.
• Controleer regelmatig of de brandstofleidingen goed
vastzitten en slijtage vertonen. Indien nodig moet u
ze vastzetten of repareren.
• Als de motor moet lopen om onderhouds- of
afstelwerkzaamheden uit te voeren, moet u uw
kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen
uit de buurt van de maaidekken, werktuigen en
bewegende delen houden. Houd iedereen op afstand.
• Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige
afstelling moet u het maximale motortoerental door
een erkende Toro-dealer laten controleren met een
toerenteller. Maximale afgeregelde motortoerental:
3200 tpm.
• Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is
vereist, moet u contact opnemen met een erkende
Toro-dealer.
• Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde
werktuigen en onderdelen. De garantie kan komen
te vervallen als werktuigen worden gebruikt die niet
zijn goedgekeurd.
Geluidsdruk
Deze machine oefent een A-gewogen equivalente
continue geluidsdruk uit op het gehoor van de
bestuurder van 87 dB(A), gebaseerd op metingen bij
identieke machines volgens ISO 11201.
Geluidsniveau
Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van
105 dBA/1 pW gebaseerd op metingen bij identieke
machines volgens ISO 11094.
Trillingsniveau
Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van
2,5 m/s
2
op de handen, gebaseerd op metingen bij
identieke machines volgens EN 1033 en EN 836
procedures.
Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van
2
0,5 m/s
op het zitvlak, gebaseerd op metingen bij
identieke machines volgens EN 1032 en EN 836
procedures.
7