Inhoudsopgave
Advertenties
De tractie-eenheid slepen
In noodgevallen kan de machine over een korte afstand
worden gesleept. Toro adviseert echter hiervan geen
standaard procedure te maken.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller
dan 3 tot 5 km/uur slepen omdat hierdoor
het aandrijfsysteem kan worden beschadigd.
Als de machine over een grote afstand moet
worden verplaatst, moet u deze vervoeren op een
vrachtwagen of een aanhanger.
1. Op de pomp bevindt zich een omloopventiel
(Figuur 31) en draai deze 90° (de hendel van het
omloopventiel moet horizontaal staan als het
omloopventiel is geopend).
Figuur 31
1. Omloopventiel
2. Voordat u de motor start, moet u het omloopventiel
sluiten door deze 90° te draaien (de hendel van
het omloopventiel moet verticaal staan als het
omloopventiel is gesloten). U mag de motor niet
starten als de klep open is.
Gebruikseigenschappen
Deze machine stelt de bestuurder bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Oefen met het bedienen van de machine en zorg dat u
er vertrouwd mee raakt. Vanwege de hydrostatische
transmissie verschillen de eigenschappen van
andere machines voor gazononderhoud. Een aantal
punten waarop u moet letten bij het gebruik zijn de
tractie-eenheid, het motortoerental en de belasting
op de maaidekken. Om ervoor te zorgen dat er
tijdens het maaien steeds voldoende vermogen voor
de tractie-eenheid en de maaidekken is, moet u met
behulp van het tractiepedaal het motortoerental hoog
en enigszins constant houden. Pas het toerental aan
om een constante rijsnelheid en maaikwaliteit aan te
houden. Gebruik de toerentalschakelaar echter niet op
heuvelachtig terrein.
Volg de richtlijnen voor bediening in deze handleidingen
en leer hoe u de machines op verschillende soorten
terrein veilig kunt bedienen. Heuvels (of hellingen) van
meer dan 15 graden moeten schuin of van boven naar
beneden worden gemaaid en niet zijwaarts. Heuvels van
meer dan 20 graden moeten over het algemeen worden
vermeden tenzij er speciale veiligheidsmaatregelen
worden genomen. Plan altijd goed vooruit om te
voorkomen dat u plotseling moet stoppen, starten of
draaien. Gebruik om te stoppen het achteruitrijpedaal
om te remmen. Voordat u de motor afzet, moet u
alle bedieningsorganen uitschakelen, de gashendel op
Langzaam zetten en de parkeerrem in werking stellen.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant
en van hoog niveau blijft en het gazon na het maaien
een gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de
toerentalregeling van de messenkooien juist is afgesteld.
U stelt het toerental als volgt in:
1. Controleer de instelling voor de maaihoogte op
de maaidekken. Gebruik de juiste kolom van het
schema (voor messenkooien met 5 of 8 messen) om
de juiste maaihoogte te vinden. Zoek in het schema
het getal dat overeenkomt met die maaihoogte.
2. Controleer of de wetknop zich in de stand F bevindt
(Figuur 33).
3. Draai de regelknop voor het toerental van de
messenkooien (Figuur 33) op het getal dat u hebt
bepaald in stap 1.
31
G009915
Figuur 32
Advertenties
Inhoudsopgave
