nl
28
Storingen
Oorzaken
•
•
•
Pomp start niet
•
•
•
Overbelasting van de
motor wordt direct bij
•
het inschakelen van de
stroomvoorziening ver-
•
oorzaakt
•
•
Overbelasting van de
motor ontstaat af en
•
toe
•
Pompcapaciteit niet
•
constant
•
•
•
Pomp draait maar
transporteert geen wa-
ter
•
•
•
•
Pomp draait achteruit
•
bij uitschakelen
Mechanische afdichting de-
Lekkage bij de mecha-
fect
nische afdichting
•
•
Geluidsontwikkeling
•
•
Tab. 7: Mechanische storingen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Atmos BST • Ed.01/2023-07
Oplossing
Uitval van de stroomvoor-
•
ziening
De zekeringen zijn geacti-
•
veerd of doorgebrand
•
De motorbeveiligings-
schakelaar is geactiveerd
•
Thermobeveiliging is ge-
activeerd
•
De motor heeft een sto-
ring
Er is een zekering/vermo-
•
gensschakelaar geacti-
•
veerd of doorgebrand
Kabelaansluiting zit los of
•
is defect
Motorwikkeling is defect
•
Pomp is mechanisch ver-
stopt
Instelling overbelasting te
•
laag
Lage spanning op piektij-
•
den
Pomptoevoerdruk is te
•
laag (cavitatie)
Zuigleiding/pomp gedeel-
•
telijk verstopt door ver-
ontreinigingen
•
Pomp trekt lucht aan
Zuigleiding/pomp door
•
verontreinigingen ver-
•
stopt
Voet- of terugslagklep in
•
gesloten positie geblok-
•
keerd
Lekkage in de zuigleiding
Lucht in de zuigleiding of
•
in de pomp
Verkeerde draairichting
van de motor
Lekkage in de zuigleiding
•
Voet- of terugslagklep is
•
defect
Mechanische afdichting vervan-
gen (contact opnemen met de
service)
Cavitatie in de pomp
•
Vanwege de verkeerde
positie van de pompas
•
draait de pomp niet vrij
•
(wrijvingsweerstand)
Verhouding installatiedruk
•
ten opzichte van pomp-
druk is te laag
Frequentieomvormer
werkt niet
Stroomvoorziening controle-
ren
Zekeringen vervangen
Motorbeveiliging opnieuw ac-
tiveren
Thermobeveiliging opnieuw
activeren
Motor vervangen (contact
opnemen met de service)
Zekering vervangen
Kabelaansluiting vastdraaien
of vervangen
Motor vervangen (contact
opnemen met de service)
Verstopping verhelpen
Motorbeveiligingsschakelaar
correct instellen
Stroomvoorziening controle-
ren
Aanzuigomstandigheden
controleren
Pomp en toevoerleiding reini-
gen
Aanzuigomstandigheden
controleren
Pomp en zuigleiding reinigen
Voet- of terugslagklep repa-
reren
Zuigleiding repareren
Aanzuigomstandigheden
controleren, installatie ont-
luchten
Motorbekabeling wijzigen (3-
fase-motor: fases verwisse-
len)
Lekkage verhelpen
Voet- of terugslagklep repa-
reren
Aanzuigomstandigheden
controleren
Pompas afstellen
Installatie optimaliseren of
een geschikte pomp kiezen
Werking van de frequentie-
omvormer controleren