Inhoudsopgave
1 Over dit document
2 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
installateur
2.1
3.1
Algemeen ..................................................................................
3.2
4.1
Systeemlay-out.......................................................................... 10
6.1
Werkingsbereik.......................................................................... 11
6.2
6.2.1
6.2.2
6.2.3
Over verwarmen ......................................................... 11
6.2.4
6.3
6.3.1
6.3.2
Gebruik van het ontvochtigingsprogramma ................ 12
6.4
6.4.1
6.5
6.5.1
6.5.2
7.1
7.2
7.3
7.3.1
Garantieperiode .......................................................... 13
7.3.2
8.1
8.2
Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ............... 15
8.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet ............................ 15
8.2.2
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar koelen en
verwarmen werken niet............................................... 15
8.2.3
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen
met de instelling .......................................................... 15
8.2.4
Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet
overeen met de instelling ............................................ 15
8.2.5
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit) ................................................................. 15
8.2.6
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit, buitenunit) ............................................... 15
8.2.7
Symptoom: Op de gebruikersinterface staat "U4" of
"U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten .. 15
8.2.8
Symptoom: De airconditioners maken lawaai
(binnenunit) ................................................................. 15
8.2.9
Symptoom: De airconditioners maken lawaai
(binnenunit, buitenunit) ............................................... 16
8.2.10
Symptoom: De airconditioners maken lawaai
(buitenunit) .................................................................. 16
8.2.11
Symptoom: Er komt stof uit de unit ............................. 16
8.2.12
Symptoom: De units geven een geur af...................... 16
8.2.13
Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait
niet .............................................................................. 16
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P684060-1B - 2023.07
8.2.14
8.2.15
8.2.16
4
8.2.17
4
6
7
7
7
8
11.1
11.2
10
11.3
11
12.1
Over de buitenunit ...................................................................... 17
12.2
Systeemlay-out........................................................................... 17
11
13.1
13.2
13.3
13.4
14.1
14.1.1
14.1.2
14.2
Openen van de unit .................................................................... 25
14.2.1
14.2.2
openen ......................................................................... 25
13
14.3
14.3.1
14.3.2
15.1
15.1.1
13
15.1.2
15.1.3
15.1.4
15.1.5
15.2
15.2.1
15.2.2
15.2.3
15.2.4
15.2.5
15.2.6
aansluitingen................................................................ 30
15.2.7
15.3
15.3.1
15.3.2
15.3.3
15.3.4
15.3.5
Vacuümdrogen............................................................. 32
15.3.6
15.3.7
16.1
16.2
Inhoudsopgave
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
16
16
16
17
18
24
26
33
3