Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op FN en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Als u de FN-toets indrukt, wordt de
laatst gebruikte geïntegreerde functie ingeschakeld. Als het lampje van
de numerieke modus gaat branden kunt u de geïntegreerde toetsen
gebruiken voor het invoeren van cijfers. Als het lampje van de
cursormodus gaat branden, kunt u daarentegen de geïntegreerde
functie gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat FN los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de computer in de Numerieke Modus staat, kunt u tijdelijk
overschakelen naar de Cursormodus door de SHIFT-toets in te drukken;
als de computer in de Cursormodus staat, kunt u ook tijdelijk
overschakelen naar de Numerieke Modus door de SHIFT-toets in te
drukken.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen
ingeschakeld:
1. Houd ALT ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken in met behulp van de
geïntegreerde numerieke toets.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd Alt + FN ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken in met behulp van de
geïntegreerde numerieke toets.
3. Laat ALT + FN los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding
Het toetsenbord
5-8