CD: een afzonderlijke compact disc. Zie ook CD-ROM.
chassis: de behuizing waarin de computer is gemonteerd.
chip: een kleine halfgeleider waarop schakelingen zijn aangebracht ten
CMOS: Complementary Metal-Oxide Semiconductor. Een elektronische
COM1, COM2, COM3 en COM4: de namen voor de seriële poorten en
compatibiliteit: 1) het vermogen van een computer om gegevens op
Composietvideo (YUV): een standaardvideosignaal dat wordt gebruikt
computerprogramma: een reeks instructies die de computer uitvoert om
computersysteem: een combinatie van hardware, software, firmware en
configuratie: de specifieke onderdelen van het systeem (zoals de
controller: Ingebouwde hardware en software die de functies van een
coprocessor: een schakeling die in de processor is ingebouwd en dient
CPU: Central Processing Unit (centrale verwerkingseenheid). Het
CRT: Cathode Ray Tube. Een vacuümbuis waarin een elektronenbundel
cursor: een klein, knipperend blokje of streepje dat de huidige
D
DC: Direct Current (gelijkstroom). Elektrische stroom die in één richting
Gebruikershandleiding
behoeve van gegevensverwerking, geheugen, I/O-functies en het
besturen van andere chips.
schakeling die op een stukje silicone is aangebracht en die heel
weinig stroom nodig heeft. Geïntegreerde schakelingen die
compatibel zijn met de CMOS-technologie, kunnen dicht bijeen
worden geplaatst en zijn uiterst betrouwbaar.
communicatiepoorten.
dezelfde manier te gebruiken als een andere computer zonder deze
gegevens of de gegevensindeling te hoeven wijzigen. 2) de
mogelijkheid om een apparaat aan te sluiten op of te laten
communiceren met een ander systeem of onderdeel.
voor de overdracht van beelden, bijvoorbeeld van een
videorecorder naar een tv.
een bepaald resultaat te bereiken.
randapparaten die dient voor het verwerken van gegevens.
terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe
het systeem werkt. De systeemconfiguratie kan met het programma
BIOS Setup worden beheerd.
specifiek intern of randapparaat besturen (bijvoorbeeld een
toetsenbordcontroller).
voor het verrichten van intensieve rekenkundige bewerkingen.
onderdeel van de computer dat instructies interpreteert en uitvoert.
een scherm aftast dat met een fluorescerend laagje is bedekt,
waardoor lichtpuntjes ontstaan. De CRT-techniek wordt bijvoorbeeld
gebruikt in TV's.
invoerpositie op het beeldscherm aanduidt.
loopt. Dit type stroom wordt normaal gesproken door accu's en
batterijen geleverd.
Woordenlijst
Woordenlijst-5