Afb. 4.32 Steunplaten aanbrengen (horizontale collector)
Afb. 4.33 Steunplaten aanbrengen (verticale collector)
Afb. 4.34 Steunplanken aanbrengen
Afb. 4.35 Nokplaten aanbrengen
Montagehandleiding auroTHERM 0020057147_01
1
1
1
2
Bij dakhellingen van 22-75°
w
Bij horizontale collectorligging
• Breng de steunplaten boven de collector
aan:
- telkens een op de buitenste rand
(max. 150 mm van de rand verwijderd).
- telkens in het midden van de collector
(1066 mm van de rand verwijderd).
• Let erop dat de steunplaten op de collec-
torframesleuf (1) liggen.
• Bevestig de steunplaten met telkens twee
schroeven nr. 3 met behulp van het mee-
geleverde Torx-bit op de daklat.
Bij dakhellingen van 22-75°
s
Bij verticale collectorligging
• Breng de steunplaten boven de collector
aan:
- telkens een op de buitenste rand
(max. 150 mm van de rand verwijderd).
- telkens een per collectornaad (in het
midden).
• Let erop dat de steunplaten op de collec-
torframesleuf (1) liggen.
• Bevestig de steunplaten met telkens twee
schroeven nr. 3 met behulp van het mee-
geleverde Torx-bit op de daklat.
Bij dakhellingen van 22-75°
• Schuif de planken in de steunplaten.
• Bevestig de planken met telkens twee
schroeven nr. 2 met behulp van het mee-
geleverde Torx-bit op de steunplaten.
h
Aanwijzing
De planken steunen het frame bij be-
lasting door sneeuw of
door belopen.
Bij dakhellingen van 22-75°
• Schuif de nokplaten over de steunplaten
(1).
• Let erop dat de nokplaten boven de zijde-
len liggen en in de hiervoor bestemde rail
glijden (2).
Montage 4
BE
NL
21