Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkingsprincipe; Omschakelventiel; Expansieventiel; Drukmeting - KRAL DKC Series Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5 Beschrijving van de werking

5.2 Werkingsprincipe

5.2 Werkingsprincipe

5.3 Omschakelventiel

5.4 Expansieventiel

5.5 Drukmeting

14
De pompstations van de serie DKC/DLC zijn geschikt voor parallelbedrijf van twee KRAL pompen van
de serie K of L. Zie voor een beschrijving van de werking van de pompen de bijbehorende gebruiks-
handleidingen.
Via de zuigaansluiting 10 aan de voorzijde van het station wordt deze verbonden met het leidingsys-
teem. Afhankelijk van de stand van het omschakelventiel 6 worden de linker, de rechter of beide vuil-
vangers met de zuigaansluiting verbonden. Het medium stroomt van boven naar onder door de vuil-
vangers en bereikt zo de zuigaansluiting van de gemonteerde pomp. Daarin wordt de druk van het me-
dium verhoogd waarna het via de persaansluiting van de pomp het station weer bereikt. Via een terug-
slagventiel stroomt het medium in een ingegoten kanaal in het onderste deel van het station en via het
omschakelventiel ten slotte naar de persaansluiting 9 waarna het het station weer verlaat.
Wanneer de hendel van het omschakelventiel 6 zich in een van beide uiterste standen bevindt, is de
andere tak van het pompstation afgescheiden van het vloeistofcircuit zodat de vuilvanger van deze tak
kan worden geopend en gereinigd. Wanneer de hendel zich in de middenstand bevindt, zijn beide tak-
ken verbonden met het vloeistofcircuit. Door parallelbedrijf van de beide pompen kan de capaciteit wor-
den verhoogd. Bij bedrijf met slechts één pomp kan de tweede pomp bij capaciteitvermindering of druk-
verlies van de actieve tak automatisch worden bijgeschakeld. Om te zorgen dat beide pompen een on-
geveer gelijk aantal bedrijfsuren maken, kunnen de beide pompen in deze stand ook met vaste tijdin-
tervallen automatisch worden omgeschakeld. De terugslagventielen zorgen er daarbij voor, dat de ge-
stopte pomp niet achteruit gaat draaien.
Het vloeistofvolume in de afgesloten tak van het station kan bij opwarming door thermische expansie
tot een ontoelaatbaar hoge inwendige druk leiden. Om dat te voorkomen, zijn in de cilinder van het om-
schakelventiel twee kleine veerbelaste expansieventielen voorzien, die een eventuele overdruk aflaten
naar de actieve tak van het station.
Ter bewaking van de pompdruk is in het midden van het station een manometer 5 aangebracht. De
manometer staat permanent in verbinding met de perszijde van het station, onafhankelijk van de stand
van het omschakelventiel 6. Ter bewaking van de druk aan de zuigzijden van de beide pompen zijn
twee aanvullende manometers 3 aangebracht. Deze manometers geven elk de druk aan van slechts
één van beide vuilvangers en kunnen worden gebruikt om de vervuilingsgraad van de vuilvangers te
bewaken. De manometer van de afgesloten tak geeft uitsluitend de inwendige druk aan van de afge-
sloten vuilvanger. De afsluiters op de manometers mogen uitsluitend worden geopend om de druk-
waarden af te lezen Ä Tijdens het gebruik, Pagina 34.
OID 02nl Uitgave 2019-03
Gebruikshandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dlc series

Inhoudsopgave