Pagina 1
Gebruikshandleiding KRAL schroefspindelpompen. Serie C / type CGF/CGH/CGV/CLE Glijringafdichting / Radiaal-asafdichting OIC 18nl Uitgave 2021-05 Originele handleiding www.kral.at...
1 Over dit document 1.1 Algemene aanwijzingen 1 Over dit document 1.1 Algemene aanwijzingen Deze handleiding is onderdeel van het product en moet voor later gebruik worden bewaard. Neem te- vens alle overige relevante documentatie in acht. 1.2 Relevante documentatie o Conformiteitsverklaring voor de Europese richtlijn 2006/42/EG o Fabrikantenverklaring voor de Europese richtlijn 2014/68/EU o Datablad pomp...
2 Veiligheid 2.1 Gebruik conform de voorschriften 1.4.2 Gevarenpictogrammen Betekenis Bron en mogelijke gevolgen indien niet opgevolgd Elektrische spanning Elektrische spanning veroorzaakt ernstig letsel of de dood. Hangende last Omlaag vallende voorwerpen kunnen leiden tot ernstig letsel of de dood. Zware last Zware lasten kunnen leiden tot ernstig rugletsel.
3 Markering 2.3 Verplichtingen van de gebruiker 2.3 Verplichtingen van de gebruiker De gebruiker is diegene, die het product beroepsmatig gebruikt of aan een derde voor gebruik ter be- schikking stelt en tijdens het gebruik de juridische verantwoordelijkheid draagt voor het product en de bescherming van het personeel en derden.
Pagina 7
3 Markering 3.1 Typecodering Pos. Classificatie Beschrijving Asafdichting Glijringafdichting standaard Glijringafdichting hard materiaal Radiaal-asafdichting standaard Magneetkoppeling Glijringafdichting met medium Asafdichting PTFE met medium Radiaal-asafdichting hoge-temperatuur Glijringafdichting ontlast Stopbuspakking Glijringafdichting met smoorring Speciale uitvoering Lagering, Inwendige lagering zonder verwarming verwarming Uitwendige lagering zonder verwarming Inwendige lagering met mediumverwarming Uitwendige lagering met mediumverwarming Speciale uitvoering...
De vereiste NPSH-waarden van de pomp zijn afhankelijk van de grootte, de viscositeit van het te ver- pompen medium en het toerental. De NPSH-waarden zijn beschikbaar op de website van de fabrikant: www.kral.at/en/screw-pumps 4.3 Geluidsdrukniveau Richtwaarden op 1 m afstand, 1450 min...
5 Beschrijving van de werking 5.5 Asafdichting Bij de behuizingvariant materiaal staal kunnen door verschillende configuraties van de flensaansluitin- gen alle stroomrichtingen worden gerealiseerd. Afb. 9: Behuizingvarianten flensaansluiting 5.5 Asafdichting Onderstaande typen asafdichtingen worden aangeboden: o Glijringafdichting standaard of hard materiaal o Glijringafdichting met medium o Glijringafdichting met smoorring o Radiaal-asafdichting standaard of hoge-temperatuur...
6 Transport, opslag 5.6 Overstroomventiel (optioneel) Radiaal-asafdichting standaard/hoge-temperatuur Radiaal-asafdichtingen kunnen afhankelijk van de materiaalkeuze worden toegepast bij tempe- Oliekeerring raturen tot 150 °C (standaard) resp. 90 °C (ho- Kogellager gedruk). De gebruikte oliekeerringen 1 zijn ter afdichting voorzien van een lip tegen het vrijkomen van vloeistof en van een lip tegen het binnendringen van lucht.
6 Transport, opslag 6.3 Uitpakken en de levering controleren 6.3 Uitpakken en de levering controleren o Geïnstrueerd personeel Personeelskwalificaties: Controleer de pomp/het pompaggregaat na ontvangst op transportschade. Meld transportschade direct bij de fabrikant. Voer verpakkingsmateriaal af conform de lokaal geldende voorschriften. 6.4 Pomp/pompaggregaat transporteren o Transportpersoneel Personeelskwalificaties:...
7 Conservering 6.5 Pomp opslaan 6.5 Pomp opslaan Door het proefdraaien zijn de inwendige delen van de pomp bedekt met testolie en daardoor geconser- veerd. De persaansluiting en zuigaansluiting zijn afgesloten met beschermkappen. De uitwendige op- pervlakken van de pomp zijn – tenzij anders gespecificeerd – geconserveerd met een enkele laag tweecomponentenlak op PU-basis.
8 Montage, demontage 7.3 Uitwendige oppervlakken conserveren 7.3 Uitwendige oppervlakken conserveren o Geïnstrueerd personeel Personeelskwalificaties: o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Gelaatsbescherming len: o Veiligheidshandschoenen o Veiligheidsschoenen ® Hulpmiddelen: o Calciumcomplexsmeervet (bv. TEVIER WAWE 100 met hechtadditief) o Castrol Rustilo DWX 33 of een ander conserveringsmiddel met vergelijkbare beschermende werking ®...
8 Montage, demontage 8.2 Risico's bij demontage 8.2 Risico's bij demontage Onderstaande veiligheidsaanwijzingen moeten in acht worden genomen: o Laat alle werkzaamheden uitsluitend uitvoeren door geautoriseerd voldoende opgeleid personeel. o Laat het pompaggregaat voorafgaand aan de werkzaamheden afkoelen naar de omgevingstem- peratuur.
8 Montage, demontage 8.4 Pomp demonteren Voorwaarde: ü Pompbescherming: geïntegreerd overstroomventiel of in de installatie geïnstalleerd overstroomven- tiel/ veiligheidsventiel. ü De aansluitingen van de pomp zijn beschermd tegen verontreinigingen, bv. met de af fabriek ge- monteerde beschermkappen ü Zo nodig ligt hijsgereedschap klaar Zet de pomp in de montagestand.
9 Aansluiting 9.1 Risico's bij aansluiten 9 Aansluiting 9.1 Risico's bij aansluiten Onderstaande veiligheidsaanwijzingen moeten in acht worden genomen: o Laat alle werkzaamheden aan de pomp en het leidingnet uitsluitend uitvoeren door geautoriseerd voldoende opgeleid personeel. o Controleer dat er geen verontreinigingen in de pomp en het leidingnet kunnen binnendringen. o Controleer dat mechanische aansluitingen spanningsloos worden gemonteerd.
9 Aansluiting 9.3 Pomp isoleren 9.3 Pomp isoleren o Monteur Personeelskwalificaties: o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Veiligheidshandschoenen len: o Veiligheidsschoenen Hulpmiddelen: o Isolatiemateriaal WAARSCHUWING Hete oppervlakken. Verbrandingsgevaar! Raak nooit ongeïsoleerde hete oppervlakken aan. ► Voor inbedrijfstelling isolatie aanbrengen op componenten en leidingen die hete media (> 60 °C) kunnen bevatten.
10 Bedrijf 9.5 Pompaggregaat op de voeding aansluiten Controleer de radiale verplaatsing ΔKr van de koppeling met een haarlineaal en voelermaat. Controleer daarbij meerdere punten op de omtrek van de koppeling. Controleer de hoekverplaatsing ΔKw van de koppeling met een haarlineaal. Controleer de axiale verplaatsing ΔKa van de koppeling met een schuif- of voelermaat. Wanneer de grenswaarden van bovenstaande tabel worden overschreden, moet de bevestiging van pomp of motor worden losgemaakt en moet pomp of motor worden verschoven om de afwij- king te corrigeren.
10 Bedrijf 10.2 Inbedrijfstelling LET OP Materiële schade door extra drukverlies over het inbedrijfstellingsfilter/de inbedrijfstellingsvuil- vanger. ► Bereken de stromingsweerstand en bepaal het resterende zuigvermogen. ► Bewaak de druk aan de zuigzijde. ► Controleer periodiek het inbedrijfstellingsfilter/de inbedrijfstellingsvuilvanger. Voorwaarde: ü Zo nodig is een inbedrijfstellingsfilter gemonteerd (maaswijdte 0,02 mm) Voor inbedrijfstelling moet ter bescherming van de pomp het volledige leidingnet zorgvuldig wor- den gereinigd.
10 Bedrijf 10.2 Inbedrijfstelling Draai de afsluitplug van de ontluchtingsboring 1 max. 2 slagen los, zodat tijdens het vullen lucht kan ontwijken. Open het afsluitarmatuur aan de zuigzijde of perszijde en vul de pomp via de zuigaansluiting of persaansluiting tot het medium bij de ontluchtingsboring 1 vrijkomt. Draai tijdens het vullen met de hand aan de pompas of de ventilator van de motor om het vullen te versnellen: Vullen via de zuigaansluiting: draai de pompas in de draairichting van de motor.
10 Bedrijf 10.2 Inbedrijfstelling Vergelijk de draairichting van de ventilator met de richting van de draairichtingspijl 1. Wanneer de richtingen niet overeenstemmen, moeten twee fasen van de elektrische aansluiting worden omgewisseld. Herhaal stappen 1 en 2. 10.2.4 Pomp in bedrijf stellen Personeelskwalificaties: o Monteur o Elektromonteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde-...
10 Bedrijf 10.3 Tijdens het gebruik LET OP Materiële schade door drooglopen van de pomp. ► Controleer dat de pomp en het aangesloten leidingnet correct zijn gevuld. ► Wanneer de pomp na 10 – 15 seconden niet pompt, moet de inbedrijfstelling worden afgebroken. Voorwaarde: ü...
10 Bedrijf 10.4 Buiten bedrijf stellen Bewaak na inbedrijfstelling de vervuilingsgraad van het filter en/of de vuilvanger met een mano- meter aan de zuigzijde resp. een verschildrukweergave. Controleer het filter en/of de vuilvanger tevens bij drukverlies aan de zuigzijde. Neem de ont- werpgegevens van de fabrikant van het filter en/of de vuilvanger in acht.
11 Onderhoud 10.5 Hernieuwde inbedrijfstelling Voer bij bedrijfsonderbrekingen onderstaande maatregelen uit: Omvang van de bedrijfsonderbreking Maatregel o Pomp langdurig stilzetten Afhankelijk van het medium o Pomp leegmaken Sluit de afsluitarmaturen aan pers- en zuigzijde. o Pomp demonteren Ontkoppel de motoren van de voeding en borg deze tegen opnieuw inschakelen.
11 Onderhoud 11.3 Kogellagers (inwendige lagering) 11.3 Kogellagers (inwendige lagering) De toegepaste kogellagers worden gesmeerd door het medium. Er zijn daarom geen onderhoudswerk- zaamheden noodzakelijk. De fabrikant adviseert de kogellagers na telkens 20.000 bedrijfsuren te ver- vangen. Bij gebruik van de pomp in smeerolietoepassingen is vervanging van de lagers na uiterlijk 5 jaar (40.000 h) voldoende.
12 Reparatie 12.1 Risico's bij reparatie 12 Reparatie 12.1 Risico's bij reparatie Onderstaande veiligheidsaanwijzingen moeten in acht worden genomen: o Laat alle werkzaamheden uitsluitend uitvoeren door geautoriseerd voldoende opgeleid personeel. o Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden aan de pomp, dat de elektrische voeding span- ningsloos is en is geborgd tegen opnieuw inschakelen.
12 Reparatie 12.3 Koppeling vervangen WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en materiële schade door omlaag vallende en omvallende delen. ► Gebruik hijsgereedschap in goede staat en met voldoende hijsvermogen voor het te verplaatsen totaalgewicht. ► Kies de aanslagpunten voor het hijsgereedschap met inachtneming van zwaartepunt en gewichts- verdeling.
12 Reparatie 12.4 Glijringafdichting vervangen (inwendige lagering) Voorwaarde: ü De positie van de pomp in het leidingnet is met oogbouten/hijsgereedschap geborgd Smeer de as van de pomp in met glijvet. Controleer dat de borgschroef 11 van de koppelingshelft 10 aan de pompzijde is losgedraaid. Schuif de koppelingshelft aan de pompzijde zo ver mogelijk op de as en draai de borgschroef vast.
Pagina 33
12 Reparatie 12.4 Glijringafdichting vervangen (inwendige lagering) Voorwaarde: ü Koppeling gedemonteerd Verwijder de spie 5 van de hoofdspindel 1. Grootte 15 – 660, 880 (afbeelding links): Verwijder de cilinderschroeven 4 van de afdichtingbehuizing 3 en verwijder de afdichtingbehui- zing. -of- Grootte 851, 951 – 3550 (afbeelding rechts): Verwijder de cilinderschroeven 4 van de afdichtflens 10 en verwijder de afdichtflens. Trek de O- ring 9 van de afdichtflens 10 af.
12 Reparatie 12.4 Glijringafdichting vervangen (inwendige lagering) Glijringafdichting standaard/met smoorring/met medium: (afbeelding links): Verwijder de glijring 16 van de hoofdspindel 1. -of- Glijringafdichting hard materiaal (afbeelding rechts): Draai de borgschroef 17 van de glijringafdichting los (aantal afhankelijk van de grootte). Verwijder de glijring 16 van de hoofdspindel 1. 12.4.2 Glijringafdichting monteren o Monteur Personeelskwalificaties:...
Pagina 35
12 Reparatie 12.4 Glijringafdichting vervangen (inwendige lagering) Glijringafdichting met smoorring Grootte 15 – 660, 880: Druk met de montagedoorn oliekeerring E de smoorring 14 in de afdichtingbehuizing 3 en breng de asborgring 13 aan. Druk met de montagedoorn contraring A de contraring 12 met gemonteerde O-ring in de afdich- tingbehuizing.
12 Reparatie 12.5 Radiaal-asafdichting vervangen (inwendige lagering) 12.5 Radiaal-asafdichting vervangen (inwendige lagering) 12.5.1 Radiaal-asafdichting demonteren Personeelskwalificaties: o Monteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Veiligheidshandschoenen len: o Veiligheidsschoenen o Gereedschapset radiaal-asafdichting Ä Reserveonderde- Hulpmiddelen: len, Pagina 56 Voorwaarde: ü Het pompaggregaat is ontkoppeld van de elektrische voeding en geborgd tegen opnieuw inschake- ü...
12 Reparatie 12.5 Radiaal-asafdichting vervangen (inwendige lagering) 12.5.2 Radiaal-asafdichting monteren Personeelskwalificaties: o Monteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Veiligheidshandschoenen len: o Veiligheidsschoenen o Gereedschapset radiaal-asafdichting Ä Reserveonderde- Hulpmiddelen: len, Pagina 56 o Draadafdichtmiddel (bv. Loctite 572) o Molybdeendisulfidepasta (bv. Fenkart T4) Aanwijzing Het draadafdichtmiddel dient bij montage van de radiaal-asafdichting als smeermiddel en na het uithar- den als borging tegen verdraaien.
12 Reparatie 12.6 Kogellager en spindelset vervangen (inwendige lagering) Let op: Let op de montagerichting van de beide oliekeerringen 15. De steunringen 14 van de ra- diaal-asafdichting kunnen verschillend worden gepositioneerd. Druk de onderdelen van de radiaal-asafdichting overeenkomstig de doorsnedetekening met de montagedoorn voorzichtig in de afdichtingbehuizing (oliekeerring 15 (2x), steunring 14 (2x), af- standsring 16 (2x)).
12 Reparatie 12.6 Kogellager en spindelset vervangen (inwendige lagering) Span de pomp op aan de hoofdspindel. Zorg er daarbij voor, dat de as niet wordt beschadigd. Grootte 15 – 660, 880 (afbeelding links): Verwijder de cilinderschroeven 6 van het flensdeksel 5. Grootte 851, 951 – 3550 (afbeelding rechts): Verwijder de cilinderschroeven 7 van het flensdek- sel 5.
Pagina 40
12 Reparatie 12.6 Kogellager en spindelset vervangen (inwendige lagering) Grootte 15 – 660, 880: Druk de compensatiecilinder 12 op de as van de hoofdspindel 2. Druk het kogellager 13 erop. Schuif de steunring 14 op de hoofdspindel en monteer de borgring 15. Span de hoofdspindel uit, draai deze 180° en span deze weer op. Monteer het flensdeksel 5 op de hoofdspindel.
12 Reparatie 12.7 Glijringafdichting en kogellager vervangen (uitwendige lagering) Positioneer de nevenspindels zo links en rechts van de hoofdspindel, dat de pasvlakken van de lagerbussen tegen de as van de hoofdspindel liggen. Let op de uitlijning van de positioneerstif- ten 16. Let op: zorg dat bij montage van de insteekbehuizing de spanhuls 18/cilinderstift 19 niet wordt beschadigd.
12 Reparatie 12.7 Glijringafdichting en kogellager vervangen (uitwendige lagering) Verwijder de cilinderschroeven 9 en trek de afdichtingbehuizing 3 met een poelietrekker uit de pompflens. Grootte 32 – 42: Verwijder de O-ring. -of- Grootte 55 – 118, 160 – 660, 880, 851, 951 – 3550: Verwijder de pakking 8 en reinig zorgvuldig het afdichtvlak van de afdichtingbehuizing. Verwijder de borgring 13, trek het kogellager 12 met een poelietrekker uit de afdichtingbehui- zing 3 en verwijder de steunring 11.
Pagina 43
12 Reparatie 12.7 Glijringafdichting en kogellager vervangen (uitwendige lagering) Schuif de montagehuls hoofdspindel B op de hoofdspindel. Glijringafdichting standaard/met medium: Schuif de glijring 20 zo ver mogelijk op de hoofdspindel. -of- Glijringafdichting hard materiaal: Draai de borgschroeven van de glijringafdichting los (aantal afhankelijk van de grootte). Schuif de glijring zo ver mogelijk op de hoofdspindel en draai de borgschroeven weer vast.
12 Reparatie 12.8 Spindelset vervangen (uitwendige lagering) 24 25 Grootte 32 – 42, 55 – 118: Monteer de steunring 22 en de borgring 23 op de hoofdspindel. -of- Grootte 160 – 880: Monteer de afstandsring 4, de afschermplaat 5 en de groefmoer 6 op de hoofdspindel. -of- Grootte 851, 951 – 3550: Monteer de afstandsbus 24 en de borgring 25 op de hoofdspindel. Monteer de spie 7.
12 Reparatie 12.8 Spindelset vervangen (uitwendige lagering) 12 15 Verwijder van de nevenspindels de lagerbusset 9, bestaande uit lagerbus en segmentring (seg- mentring uitsluitend bij grootte 32 – 42, 55 – 660, 880), en bewaar deze voor de montage. Grootte 32 – 42, 55 – 660, 880, 2250 – 3550: Verwijder de meskantring 8 uit het flensdeksel. Verwijder de pakking 11 van het flensdeksel. Verwijder de O-ring 10 uit het flensdeksel en til het flensdeksel van de hoofdspindel af.
Pagina 46
12 Reparatie 12.8 Spindelset vervangen (uitwendige lagering) Reinig zorgvuldig de pasvlakken, positioneer de pakking 11 in het flensdeksel. Grootte 32 – 42, 55 – 660, 880, 2250 – 3550: Positioneer de meskantring 8 in het flensdeksel. Let daarbij op de uitsparingen voor de meskantring. Monteer de lagerbusset 9, bestaande uit lagerbus en segmentring (segmentring uitsluitend bij grootte 32 – 42, 55 – 660, 880) op de assen van de nevenspindels 3.
12 Reparatie 12.9 Insteekpomp vervangen 12.9 Insteekpomp vervangen 12.9.1 Insteekpomp demonteren Personeelskwalificaties: o Monteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Veiligheidshandschoenen len: o Veiligheidsschoenen o Montagehendels Hulpmiddelen: o Hijsgereedschap WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en materiële schade door omlaag vallende en omvallende delen. ►...
12 Reparatie 12.9 Insteekpomp vervangen 12.9.2 Insteekpomp monteren Personeelskwalificaties: o Monteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Veiligheidshandschoenen len: o Veiligheidsschoenen o Montagehendels Hulpmiddelen: o Hijsgereedschap WAARSCHUWING Gevaar voor letsel en materiële schade door omlaag vallende en omvallende delen. ► Gebruik hijsgereedschap in goede staat en met voldoende hijsvermogen voor het te verplaatsen totaalgewicht.
13 Afvoer 13.1 Pomp demonteren en afvoeren 13 Afvoer 13.1 Pomp demonteren en afvoeren Personeelskwalificaties: o Monteur o Werkkleding Persoonlijke beschermingsmidde- o Gelaatsbescherming len: o Veiligheidshandschoenen o Veiligheidsschoenen o Voor het medium geschikte oplosmiddelen of industriële reini- Hulpmiddelen: gers o Opvangbak WAARSCHUWING Gevaar voor vergiftiging en milieuschade door restanten.
14 Hulp bij problemen 14.1 Mogelijke storingen 14 Hulp bij problemen 14.1 Mogelijke storingen Storingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Onderstaande tabellen vermelden storingsympto- men, mogelijke oorzaken en maatregelen om de storing te verhelpen. Volgnum- Storing Pomp zuigt niet aan Opbrengst te laag Pomp maakt teveel geluid Motor overbelast Ongelijkmatige opbrengst...
Pagina 51
14 Hulp bij problemen 14.2 Oplossen van storingen Volgnummer storing Oorzaak Oplossing – 2 3 – 5 – – Luchtinsluitingen/gasvorming in het medium Controleer het leidingnet op het binnendringen van lucht en vervang lekkende onderde- len. Verminder de zuighoogte. -of- Verhoog de toevoerdruk.
15 Toebehoren 15.1 Verwarming Volgnummer storing Oorzaak Oplossing 1 2 3 4 5 – – Koude start bij het verpompen van hoogviskeuze media Monteer een verwarming. – – – 4 – – 7 Vreemde deeltjes in de pomp Neem contact op met de fabrikant. –...
Pagina 53
15 Toebehoren 15.1 Verwarming Pomp met buitenbehuizing GJS Grootte Afmetingen [mm] Stoomde- biet [kg/h] 15 – 26 R 1/4" 32 – 42 R 1/4" 55 – 85 R 1/4" 105 – 118 R 1/4" 160 – 210 R 1/4" 235 – 275 R 3/8" 370 – 450 R 3/8" 550 – 880 R 3/8" 851 – 951 R 3/8" 1101 – 1301 R 3/8"...
739.8 15 Toebehoren 739.7 15.2 Overstroomventiel 739.10 070.3 915.9 Verwijder de cilinderschroeven 915.9 van het afsluitdeksel 070.3 van de pomp. Verwijder de pakking 222 en reinig zorgvuldig de pasvlakken van de buitenbehuizing en het af- sluitdeksel. Vet de O-ring 739.10 licht in en leg deze in het verwarmingsdeksel 483 . Breng een nieuwe pakking aan op het pasvlak van de buitenbehuizing.
15 Toebehoren 15.2 Overstroomventiel Aanwijzing o Voor een veilig bedrijf moet ten minste elke 5 jaar een functionele controle worden uitgevoerd van het overstroomventiel Ä Tijdens het gebruik, Pagina 26. o De omvang en eventueel kortere controle-intervallen moet de gebruiker bepalen aan de hand van de gebruiksomstandigheden en de nationale bepalingen (bv.
17 Bijlage 17.1 Aanhaalmomenten voor schroeven met metrische draad met en zonder borgring 16.8.2 Gereedschapset radiaal-asafdichting Onderdeel Montagedoorn oliekeerring Montagehuls hoofdspindel Montagehuls kogellager 17 Bijlage 17.1 Aanhaalmomenten voor schroeven met metrische draad met en zonder borgring Aanwijzing Bij verzinkten afsluitpluggen en afsluitpluggen van roestvrij staal moeten voor de montage binnen- en buitendraad goed worden ingevet om vastvreten te voorkomen.
17 Bijlage 17.2 Aanhaalmomenten voor afsluitpluggen met inchdraad en elastomeerafdichting 17.2 Aanhaalmomenten voor afsluitpluggen met inchdraad en elastomeerafdichting Aanwijzing Bij verzinkten afsluitpluggen en afsluitpluggen van roestvrij staal moeten voor de montage binnen- en buitendraad goed worden ingevet om vastvreten te voorkomen. Aanhaalmoment [Nm] Draad verzinkt + RVS...
Pagina 64
KRAL GmbH, 6890 Lustenau, Austria, Tel.: +43/5577/86644-0, E-Mail: kral@kral.at www.kral.at...