Aandrijfrollen vervangen
WAARSCHUWING
Schakel de invoervoeding uit voordat u de aandrijfrollen
installeert of vervangt.
Draadaanvoerapparat LF 52 is voorzien van een
aandrijfrol V1.0/V1.2 voor staaldraad. Voor andere
draden en maten moet de juiste set aandrijfrollen
geplaatst worden (zie het hoofdstuk "Accessoires") en
moet men de instructies volgen:
Schakel de ingangsstroom UIT.
Ontgrendel 4 rollen door de 4 snelwisseltandwielen
te verdraaien [40].
Laat de drukrolhendels los [41].
Vervang de aandrijfrollen [34] die overeenkomen met
de gebruikte draad.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de bekleding van de toorts en de
contacttip
ook
geschikt
draadformaat.
WAARSCHUWING
Voor draden met een diameter groter dan 1,6 mm
moeten de volgende onderdelen gewijzigd worden:
De geleidebuis van de voedingsconsole [37] en [38].
De geleidebuis van het Euro-stopcontact [36].
Vergrendel
de
4
snelwisseltandwielen te verdraaien [40].
Steek de draad door de geleidebuis, over de rol en
door de geleidebuis van Euro Stopcontact in de liner
van het pistool. De draad kan enkele centimeters
handmatig in de liner worden geduwd en moet
gemakkelijk
en
zonder
ingevoerd.
Vergrendel de drukrolhendels [41].
36
Afbeelding 16
Nederlands
zijn
voor
het
gekozen
nieuwe
rollen
door
de
enige
kracht
worden
41
38
37
40
39
Gasaansluiting
EEN BESCHADIGDE CILINDER kan
ontploffen.
Bevestig de gasfles altijd stevig rechtop,
tegen een cilinderwandrek of speciaal
ontworpen cilinderwagen.
Houd de cilinder uit de buurt van
plaatsen
beschadigd, verwarmd of elektrische
circuits om mogelijke explosie of brand
te voorkomen.
Houd cilinder ver van las- of andere
actieve elektrische circuits.
Hef de lasmachine nooit op met de
cilinder vastgemaakt.
Laat laselektrode cilinder nooit raken.
Beschermgas
gezondheid schaden of dodelijk zijn.
Gebruik in een goed geventileerde
ruimte om gasophoping te voorkomen.
Sluit de gasfleskleppen grondig wanneer
ze niet in gebruik zijn om lekken te
voorkomen.
De
lasmachine
beschermgassen bij een maximale druk van 5,0 bar.
4
Controleer vóór gebruik of de gasfles geschikt gas bevat
voor het beoogde doel.
Schakel het ingangsvermogen van de lasstroombron
uit.
Installeer een geschikte reduceertoestel op de
gasfles.
Verbind de gasslang aan de regeleenheid met de
slangklem.
Het andere
aangesloten
achterpaneel van de stroombron of rechtstreeks op
de snelkoppeling op het achterpaneel van de
draadaanvoer ]. In de instructiehandleiding van de
stroombron staat meer informatie.
Sluit de speciale verbindingskabel aan (zie
het
hoofdstuk
draadaanvoer en de stroombron.
Schakel het ingangsvermogen van de lasstroombron
in.
Open de gasflesklep.
Pas de beschermgasstroom van de gasregelaar aan.
Controleer de gasstroom met de Gasvoorstroom
schakelaar [12].
Voor het lassen van een MIG/MAG proces met CO
beschermgas, moet de CO
worden.
28
WAARSCHUWING
waar
deze
kan
opbouwen
WAARSCHUWING
ondersteunt
alle
WAARSCHUWING
uiteinde van
de gasslang
op
de
gasaansluiting
„Accessoires"
)
aan
WAARSCHUWING
gas verwarmer gebruikt
2
worden
kan
de
geschikte
wordt
op
het
op
de
2
Nederlands